Gaza 2 november 2007

071101gaza-077.jpg

Onderweg van Tel Aviv naar Erez word ik gebeld: of ik cola mee wil nemen. Er is in heel Gaza geen coca cola meer. Bij Erez bezorgen ze me nog even een stuip: na een blik op de computer en een telefoontje beweert de juffrouw achter het loket dat ik geen permissie heb om Gaza in te gaan. En dat nadat Joes dagen bezig is geweest met faxen, mailen en bellen en ik het zwart op wit heb: ik mag er in. Ik ontplof zowat. De aardige taxichauffeur naast me zegt dat ik me niet op moet winden. Een joodse Israeli: een uitzondering – dat hij me naar Erez wil brengen, dat hij met Arabische Israeli’s samenwerkt, dat hij Arabisch spreekt, maar zijn grootmoeder en zijn vrouw komen uit Irak, vandaar. De juffrouw gaat nog eens bellen. Nu mag ik er opeens wel in. Zou je niet even sorry zeggen, zegt de chauffeur tegen de juffrouw. Dat is een beetje veel gevraagd. Sorry is the hardest word, en al helemaal in Israel.

In Gaza word ik warm verwelkomd. Ik ben weer terug.

‘ s Ochtends hoor ik dat er weer Kassam raketten zijn afgeschoten. Door Fatah. Hamas doet dat niet. Die is er tegen, maar de Fatah groepjes luisteren niet. Dus is er weer een vergeldingsaanval geweest op Beit Hanoun en Beit Lahya in het noorden. Daar ziet het er inmiddels uit als een maanlandschap.

071101gaza-001.jpg

Een drukke dag op het kantoor van het NCCR. Bijpraten. Ik hoor over het nieuwe project – een dorp voor gehandicapten. Het is mogelijk dat ze van het Ministerie van Sociale Zaken een stukje land krijgen. Daar kan het NCCR dan zelf op bouwen, in plaats van zoals nu op drie verspreide plekken een hoge huur te moeten betalen. Dan kan de dovenschool groter, want veel andere NGO’s hebben het in de crisis niet volgehouden, het NCCR heeft een wachtlijst. Dan kunnen ze ook werkplaatsjes maken zodat de mensen met een handicap kunnen werken, een bakkerij, een rolstoelenreparatiewerkplaats, een beautysalon met een kapper. Er zou een restaurantje bij moeten, een paar logeerkamers voor oude mensen die geen tehuis hebben, een paar kamers voor mensen die op moeten knappen, sport, een grote zaal voor feesten en bruiloften, zodat de gehandicapten hun eigen iftar kunnen houden, en die ook verhuurd kan worden. Een moskee. En dat alles niet afgesloten maar open naar de samenleving, zoals al jaren de filosofie is van het NCCR. Het is een droom, maar een met mogelijkheden, je kunt het langzaam opbouwen. Fatma (de project manager van het NCCR, voor wie dat nog niet weet) heeft de mensen van het ministerie gebeld, of die willen komen praten nu ik er ben. Als vertegenwoordigster van de buitenlandse donororganisaties.

De een na de ander komen mensen langs, sommigen omdat ze gehoord hebben dat ik er ben en me even willen groeten, Sarhan en Rana, die niet meer op het NCCR werkt omdat ze studeert. Ik vraag ze of ze verhalen willen schrijven voor mijn weblog. Ahmed, die bij de leiderschapstrainingen was. Hele goede trainingen maar te laat, zegt hij. Er gebeurde precies wat we toen hadden voorspeld: de onderlinge gevechten. Ze hebben het niet tegen kunnen houden. Ik stel voor dat we met een paar mensen van de trainingen een gesprek hebben hoe we verder kunnen, als we eind van de maand weer gaan. (Jan!)

071101gaza-014.jpg

071101gaza-011.jpg

071101gaza-007.jpg

071101gaza-015.jpg

Het noord-team komt terug van hun huisbezoeken en ik ga naar beneden om ze te begroeten. Meteen zitten we weer in een kring, alsof ze zo met de training door kunnen gaan. Er zijn nieuwe mensen bij. Een jonge vrouw, een psycholoog. Er is nog geen goede afstemming in het team, zeggen ze, met die psycholoog. Of wij daarbij kunnen helpen. Ik vraag waar ze zich mee bezig houdt. Met depressies, zegt ze. Heel erg nuttig, hier. Maar ik moet denken aan die vorige psychologe met haar formele opleiding die met Freud aan kwam zetten. Die kwam met theorie, in plaats van eerst eens gewoon naar de mensen te kijken die meer dan genoeg redenen hebben om depressief te zijn als ze kreupel zijn geschoten en zich afvragen of ze ooit zullen trouwen, nog werk zullen krijgen, en weten dat ze nooit meer zullen lopen. Of nooit zullen vrijen. Daar heb je Freud niet erg voor nodig, om dat te begrijpen. Gaan we het de volgende keer over hebben, zeg ik. (Joes!)

071101gaza-019.jpg

071101gaza-023.jpg

071101gaza-021.jpg

Dan komen de twee mannen van het ministerie van Sociale Zaken. Khaled heeft van te voren de ramen opengezet en de asbakken geleegd, want waarschijnlijk zijn ze van Hamas en die roken niet want dat is haram. De ene man, met een baard, is van Hamas, want die rookt niet. De andere, de directeur die over de NGO’s gaat, Dr. Salah El Battaa, steekt er een op. We hebben het als iedereen die niet van Hamas is over de prijs van de sigaretten. Een pakje Marlborough, 50 shekel, een tientje in euro’s, niet te betalen. Een prettige man, de directeur. Hij heeft in Libie gewerkt, en is er van overtuigd dat het goed is voor de opbouw van de samenleving wanneer er onafhankelijke organisaties ontstaan om het werk te doen dat de overheid niet kan en ook niet hoeft te kunnen doen. Dat scheelt, want sinds de machtswisseling heeft het NCCR alleen maar onder druk gestaan van Hamas om onder het gezag van de overheid te komen, en dat wil Khaled absoluut niet. Maar deze man snapt het: het ministerie heeft nauwelijks een budget, het is een zegen dat er nog organisaties zijn die het redden met de steun uit het buitenland, met de relaties die ze hebben opgebouwd. Het ministerie heeft al vaker stukken land geschonken, en dan kwam er vaak niets van, zegt Dr. Salah. Maar het NCCR heeft een goede staat van dienst, kan degelijke financiele verslagen overleggen, en houdt het al jaren vol, crisis of geen crisis. De mannen vertrekken nadat Khaled ze mijn boeken over Palestina heeft laten zien, en ze vragen of die niet vertaald kunnen worden. Het gaat over jullie, zeg ik, jullie weten dat al. Khaled is tevreden, en Fatma ook.

Er komen nog meer mensen langs. Een vrouw uit Nablus die nu in Gaza werkt, voor de Red Crescent (het Arabische Rode Kruis) die als compromis dat ze haar haar moet bedekken een petje op heeft.

071101gaza-039.jpg

Vergis ik me, of is de stemming een stuk minder grimmig dan in Augustus? In ieder geval neemt Fatma me mee om in Matoug te gaan lunchen, waar ik al een jaar niet ben geweest. De ober kent me nog, en zegt dat er duif is, want hij herinnert zich dat ik dat lekker vindt. Maar cola, nee, de cola is op.

Ik praat met Fatma over de situatie. Zoveel mensen hebben moeilijkheden, zegt ze, ook in haar grote familie. Ze woont met haar man en zes kinderen bij haar ouders, nog een zus met haar man, dan nog broers met hun vrouwen en al die kinderen, in kleine betonnen huisjes om een slordige tuin heen vol zelfverbouwde groente en rommel. Zoveel van de stellen hebben ruzie. Veel van de mannen hebben geen werk en zitten gefrustreerd thuis. Dan gaan ze zich overal mee bemoeien, ze steken hun neus zelfs in de keuken! Daar worden de vrouwen weer helemaal verzenuwd van, er komt ruzie, de vrouwen reageren zich weer af op de kinderen. We hebben cursussen georganiseerd voor de vrouwen, hoe ze met de kinderen om moeten gaan. En de mannen? Ze zucht. Die willen natuurlijk geen cursus. Er zijn heel veel scheidingen.

We zitten ondertussen lekker te eten. Fatma kijkt om zich heen. Allemaal Hamas, stelt ze vast. Hier komen uiteraard alleen de mensen die nog geld hebben. Wassim komt binnen, haar jongste, van negen. Voor hem is het ook even feest, hij krijgt een hamburger. Cola? Nee, de cola is op. Hij kijgt mangosap. Geef mamma een kusje, bedelt Fatma, die haar jongste, eindelijk na vijf meiden een zoon, kon ze ophouden met kinderen maken, een beetje verwent. Hij heeft geen zin in een kusje, en geeft zijn moeder een slokje van zijn mango. En fluistert dan in haar oor. Of hij wat van de zakjes ketchup mee naar huis mag nemen.

071101gaza-074.jpg

Eindelijk tijd om weer lang met Khaled te praten. Ik probeer de situatie te begrijpen. Klopt het dat het rustiger, minder gespannen is dan in augustus? Ja en nee. De problemen met Hamas blijven. Eens, met de verkiezingen, beloofden ze dat ze niet in zouden grijpen in de levensstijl van de mensen die niet zulke devote moskeegangers waren. Maar ze hebben hun belofte niet gehouden. Fida, de oudste van Fatma, moet elke ochtend als ze naar de Islamitische universiteit gaat langs een strenge mevrouw die kijkt of ze geen make-up draagt en anders moet ze haar gezicht gaan wassen. Er is een schoonheidssalon in de fik gestoken, en een internetcafe. Bruiloften van Fatah worden door de politie verstoord, omdat er Fatah strijdliederen gezongen zouden worden, en een paar keer is de bruidegom meegenomen om een paar dagen later vrijgelaten te worden. Bruiloft verpest, en bruiloften zijn hier het feest van je leven. Ze zijn toch bezig om de sharia in te voeren, of ik de spreuk ken, van als er een man en een vrouw in een ruimte zijn, wie dan de derde aanwezige is? Ja. De duivel. Dus worden er soms auto’s gecontroleerd, als er een man en een vrouw inzitten, of ze wel met elkaar getrouwd zijn. Pas werden een man die met de vrouw van zijn broer in een auto zat, met de kinderen, naar het politiebureau gebracht. Moest die man met het trouwbewijs zijn vrouw op komen halen.

Hebben ze niks beters te doen, vraag ik.
Nee, ze hebben niks beters te doen, dat is het punt. Het parlement functioneert niet, de ministeries functioneren maar een beetje, ze hebben geen budget, alle beslissingen worden in Ramallah genomen, ze staan buiten spel, en zo proberen ze nog een beetje gezag te hebben. Maar dat gaat niet goed zo. De mensen pikken het niet, het is hier geen Iran, de Palestijnen zijn een vrijgevochten volk, letterlijk. Die hebben al vele jaren bezetting door de Israeli’s overleefd, die laten zich niet door hun eigen mensen vertellen wat ze wel en niet mogen. Eergisteren was er nog een grote demonstratie van Gazanen, zowel tegen de leiders van Fatah als van Hamas.

De schaarste. Ze slaan zich er doorheen. Veel mannen zijn opgehouden met roken, al is dat niet best voor hun humeur. Die cola die ik mee moest nemen, die was voor mij, al drinken ze graag een glaasje mee. Ze kunnen zich voorstellen dat ik als westerling niet zonder cola kan, en ze hebben de supermarktjes afgestroopt om er voor te zorgen dat er voor mij wat in de ijskast is voor op brood. Een inferieur soort smeerkaas merk Rode Koe. Houmoes. Labna. Maar zij stellen er eer in om te laten zien dat ze sober kunnen leven en toe kunnen zonder chips en mars. Nog soberder. Ik vroeg of we de volgende keer niet een boodschappenlijst mee kunnen nemen om in de waanzinnig grote supermarkt bij Ashkelon – in Israel – eens flink in te slaan. Willen ze niet. Ze hoeven die Israelische spullen niet, het wordt een kwestie van eer om te laten zien dat ze zich door een beetje honger niet op de knieen laten dwingen. Geld. Willen ze ook niet. Nou ja, vooruit, als ze dat aan de armste gezinnen mogen geven die echt niets meer hebben.

Maar de woede stijgt wel. Ook tegen Hamas. Als er geen verbetering komt, komt er een derde intifada, hoor ik van verschillende kanten. Maar dan nu intern. Veel mensen die op Hamas hebben gestemd hebben er nu spijt van. Ik hak mijn vinger er af, waar ik mee gestemd heb, wordt er gezegd. Hoe liggen de verhoudingen? Geen meerderheid meer voor Hamas, wordt er gezegd. Behalve dat dat er ook weer van af gaat hangen of Abbas iets weet weg te slepen uit de komende topconferentie in de VS. De bevolking zelf is al die politieke leiders spuugzat. Maar ze willen ook geen burgeroorlog.

Het is vrijdag. Gisteren, als vanouds het geroffel en geschreeuw van de bruilofsstoeten, want die zijn meestal op donderdagavond. Getrouwd wordt er nog steeds. Er zijn vannacht weer veel nieuwe Palestijntjes gemaakt. Vandaag heeft iedereen vrij, en ik ga met de familie op vrijdaglunch bij mijn schoonzusje Sanaa.

071101gaza-089.jpg

8 gedachten over “Gaza 2 november 2007

  1. Anja, hoe is het mogelijk dat Khaled nog steeds in staat is te dromen over zo’n medisch centrum; dat had hij toch al jaren geleden in zijn hoofd? Het zou een wonder zijn als het hem nu, in deze barre tijden, alsnog gaat lukken. Toi, toi toi!
    Liefs voor jullie van Anneke Jos

  2. Wat goed van die taxi chauffeur, komt zijn vrouw uit Irak? Zij en de grootmoeder zullen het dan wel moeilijk hebben daar als moslim, lijkt me? Anja, hoe komt Fatah eigenlijk aan die Kassam raketten die ze naar dat huis in Israel hebben geschoten, nog een geluk dat het baby’tje in dat huis het overleefde! Ik begreep uit de nederlandse kranten dat Hamas Gaza ‘onder controle’ heeft?
    Sterkte!

  3. Bart: die chauffeur was dus een joodse Israeli, geen moslim. Hij zou het in dat geval wel uit zijn hoofd hebben gelaten om een dergelijke opmerking tegen een Israelische soldaat te maken.
    Die Kassamraketten maken ze hier zelf. Inderdaad, gelukkig van dat babietje.
    En inderdaad, Hamas is de baas in Gaza, maar ze zijn niet in staat om alle groepen die op eigen houtje opereren tegen te houden.

  4. Mijn aandacht werd getrokken door het zinnetje “…. Fatma, die haar jongste, eindelijk na vijf meiden een zoon, kon ze ophouden met kinderen maken, een beetje verwent.”
    Het lijkt wel of er over Afghanistan gesproken wordt. Is het niet anders in Gaza? Westbank?

  5. Dat was een, twee generaties in vele families hier niet anders, Karel, dat pa pas tevreden was als er een stamhouder was geboren. In veel agrarische gemeenschappen is het zo dat de dochters wegtrouwen en de zoons bij de ouders blijven, ook bijvoorbeeld in China. Zeker in tijden van onzekerheid en armoede zijn zoons dus een noodzakelijke oudedagsvoorziening. Dat is ook in Gaza aan het veranderen, om te beginnen bij gezinnen met meer opleiding en meer inkomen. Maar dat idee, dat je gezin pas compleet is als je toch minstens ook een jongen hebt, blijft nog een tijdje doorbestaan als het economisch gezien eigenlijk al niet meer nodig is. Tradities verdwijnen niet van de ene op de andere dag. Fatma is nu een redelijk moderne vrouw, ze leeft als kostwinner voor de hele familie al heel anders dan haar moeder, maar ze heeft zich echt gaandeweg geemancipeerd. Zij trouwde nog met een neef die voor haar was uitgezocht, hoewel ze, ook al tamelijk gedurfd, haar eerste verloofde afwees, wat toen een reuze heisa gaf in de familie. Nu doet zij het op haar beurt weer anders met haar dochters, die van haar niet aan verloven mogen denken tot ze afgestudeerd zijn. Zo zie je de tradities per generatie al onder je ogen verschuiven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *