Ik ben een reuze fan van Goran Bregovic, die ik ontdekte toen ik in de Balkan werkte. Ik was een van de trainers die na de oorlogen in het voormalig Joegoslavië werden uitgezonden, om trainingen te geven over het geweld binnenshuis dat zoals overal ter wereld na een oorlog toeneemt. Ik werkte in Bosnië, Kroatië en Servië, kwam in Macedonië en Kosovo, en ook nog in Albanië. En kwam daar ook in aanraking met de ‘underground’, de groepen die altijd al tegen de oorlog en tegen het nationalisme van ‘eigen volk eerst’ waren. Vooral de vrouwenbeweging daar liet zich door de grenzen en de vijandschap nooit tegenhouden, ze bleven voor vrede demonstreren op het grote plein in Belgrado ook tijdens de oorlogen – en dat was niet zonder gevaar. Ik herinner me een feministe die verontwaardigd zei: “I’m not a Serbian, I’m a Lesbian.”
Goran Bregovic, een voormalige Joegoslaaf met een Kroatische moeder en een Servische moeder – of omgekeerd, daar wil ik afwezen – heeft altijd geweigerd te kiezen tussen de landen die dwars door zijn leven en lijf liepen, wars van elk militant nationalisme, en hij werd van de weeromstuit wereldburger, overal thuis en nergens. Zijn muziek was heel populair bij de underground (Hij maakte ook de muziek bij een film: Underground)
Bregovic jat voor zijn muziek alles wat niet spijkervast zit, oude volksmuziek, klezmer, rock, hij liet een zigeunerorkest optreden maar eveneens een orthodox christelijk mannenkoor, je kunt er Arabische invloeden in terugvinden, en behalve alle muziekinstrumenten liet hij ook een wekker meespelen. Er zit woeste muziek bij en onbeschaamd sentimentele. Heerlijk. Voor mijn interview op de Amsterdamse radio koos ik een van de nummers van zijn CD over muziek voor bruiloften en begrafenissen, Tale 3, Lento Arabesco for Zdravo Colic and the Georgian Male Choir, uit Tales and songs from Wedding and Funerals. Maar dat zit niet op YouTube. Vandaar hier een andere heerlijke tearjerker, Ederlezi. Bregovic is de man in het witte pak.