Op de dag dat we weer naar huis gingen werd dit jongetje, Ali al-Sawwaf gedood door een schot van een Israëlische tank. Ik ben de tel kwijt hoeveel Palestijnse doden er vielen in Gaza in de dagen dat wij er waren. Als je er bent, en als je er werkt, dan vraag je ’s ochtends op kantoor hoe de zaken staan, en als er weer een aanval wordt verwacht verandert de route van de huisbezoeken, en eet je ’s avonds niet samen op het strand maar gaat naar huis, maar ophouden met werken, dat doen we niet.
Het is interessant hoe vanzelfsprekend je nog steeds hoort over het recht van Israel om zichzelf te verdedigen, maar je bijna nooit iets hoort over het recht van de Palestijnen om zich zelf te verdedigen – het aantal raketten dat wordt afgeschoten op Israel wordt altijd flink aangedikt, alsof het elke dag raketten ‘regent’ (wat niet waar is) maar je zult tevergeefs de cijfers zoeken over het aantal bommen en granaten dat wordt losgelaten op Gaza, op een bevolking die geen afweergeschut heeft, niets kan doen tegen bombardementen uit de lucht, en ook niet kan vluchten.
Maar er zijn feiten die boekdelen spreken, voor wie ze wil weten, en dat is het aantal doden.
Dit zijn de feiten, door de VN verzameld, en te vinden op het Rights Forum van Dries van Agt (aanbevolen trouwens):
Sinds de verscherping van de blokkade in juni 2007 zijn er 2300 Palestijnen gedood, en 7700 mensen gewond. Een derde daarvan tijdens de vreselijke aanval in de winter van 2008/9, onder de naam Operatie Gegoten Lood, en ruim een kwart van de slachtoffers waren vrouwen en kinderen.
In diezelfde periode werden 37 Israëli’s gedood en 380 gewond, door aanvallen vanuit Gaza, waarbij 40% van de slachtoffers burgers waren.
Zo liggen de verhoudingen. Die opnieuw de vraag oproepen wie zich nu eigenlijk moet verdedigen tegen wie.