Te gast; Ruth Wertheim. Haar artikelen over racisme verschenen al vaker op dit weblog. Hier en hier.
Het artikel verscheen vanochtend in Trouw, hier in de iets meer uitgebreide versie van de schrijfster:
Het ene racisme is het andere niet
In Nederland groeit geleidelijk een nieuw racisme. Niet het klassieke van neerzien op anderen, maar een cultureel racisme van wantrouwen en angst.
Programmamaker Harry de Winter vergelijkt, in een advertentie in de Volkskrant van maandag, de manier waarop in Nederland over moslims wordt gesproken met het antisemitisme tegen de joden. In de afgelopen jaren werd iedereen die het waagde deze vergelijking te maken voor gek versleten. Islamofobie was terechte angst voor moslims en had niets te maken met zoiets verschrikkelijks als de Holocaust. Maar de vergelijking van De Winter gaat over de voorbereiding: hoe in de jaren dertig van de vorige eeuw de Europese bevolkingen beetje bij beetje kregen ingeprent dat er iets mis was met de joden.
Wat de moslims hier te verduren krijgen mag maar geen racisme heten. Daar is nog een andere reden voor. Racisme is systematisch neerzien op andere mensen en dat is hier niet of nauwelijks aan de hand. Racisme is wat er gebeurde in de koloniën, tegenover slaven, zwarten onder de Apartheid en Afro-Amerikanen in de Verenigde Staten. Hier heet het dat ‘wij gewoon de problemen benoemen en zeggen wat we denken. Dat is vrije meningsuiting en zelfs geen schelden. Daar moeten ze maar tegen kunnen en dat had al veel eerder moeten gebeuren.’
Het klopt dat het vertrouwde koloniale racisme op z’n retour is. Maar dat is niet het enige racisme. Al eeuwenlang en in de meest uiteenlopende gebieden komt een heel ander racisme voor, een cultureel racisme. Daar gaat het niet om neerzien maar om angst en wantrouwen. Het is dit racisme dat in Nederland terrein wint, ook al heet het vergoelijkend ‘islamofobie’.
De twee soorten racisme verschillen hemelsbreed, maar hebben gemeen dat ze boordevol vooroordelen zitten. Bij het koloniale racisme werd gezegd dat de mensen niet in staat waren hun eigen boontjes te doppen, ze waren dom, lui en kinderlijk. Bij het nieuwe, culturele racisme is het bijna andersom. Moslims, en eigenlijk alle niet-westerse immigranten, worden zelden dom genoemd, al moeten ze nog veel achterstanden inhalen. Ze zijn vooral onbetrouwbaar en hun culturele bagage, religie inbegrepen, is levensgevaarlijk.
Ooit hoorde ik zelf tot een minderheid. Als blank en half joods kind groeide ik op in Nederlands Indië. In de kolonie moesten Indonesiërs op de plantages werken tegen karige beloning. Dat werd goedgepraat met de bekende vooroordelen. Je hoeft er de Indische literatuur maar op na te slaan om te zien wat voor ‘raskenmerken’ de blanke personages in de mond gelegd kregen. Hun Indonesische personeel was traag van begrip, goedgelovig en leefde bij de dag. Ze konden dat niet helpen, het lag biologisch vast.
In Nederland is dit uitbuitingsracisme nooit helemaal verdwenen, daarvan kan iedereen met een kleurtje meepraten. Wel werd na de verschrikkingen van de jodenvervolging ‘racist’ een scheldwoord. Toen de Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten hier binnenkwamen, kregen zij er ook een portie van mee. Over hen werd meewarig en lacherig gedaan: ze konden en wilden niet anders dan zwaar lichamelijk werk doen en waren te stom om Nederlands te leren. Maar geleidelijk veranderde er iets.
Het culturele racisme keert zich al eeuwen tegen handelsminderheden: de Indiërs en Pakistanen die uit Oeganda werden verdreven, de pogroms tegen Chinezen in andere Aziatische landen, zoals Indonesië. Ook het Europese antisemitisme heeft veel gemeen met dit culturele racisme. Overal ging het om venijnige vooroordelen, maar nergens werd beweerd dat de mensen dom zouden zijn of lui. Integendeel, de herkenbare groep was sluw en belust op geld en macht.
Niet met hun biologische kenmerken was iets mis, hun cultuur was angstaanjagend, hun ‘afwijkende’ manieren van doen en denken, hun religie. En daar konden ze wel degelijk iets aan doen: ophouden met hun verafschuwde gewoonten, hun gewraakte religie afzweren. Bovendien waren ze concurrenten van de gevestigde bevolking en ook dat werd hen niet in dank afgenomen. Al gaf niemand graag toe afgunstig te zijn en gooide men het liever op het onbetrouwbare.
Laten we kijken naar de overeenkomsten met het nieuwe racisme in Nederland. Het neerbuigende maakt plaats voor angst, wantrouwen en minachting voor datgene ‘waar men zelf iets aan kan doen’. Gelukkig laten verreweg de meeste mensen zich hiermee niet besmetten. Ze doorzien hoe het extremistische gevaar van toepassing wordt verklaard op alle moslims. Hoe alle niet-westerse immigranten, hoe verschillend ook, bijeen worden geharkt tot herkenbare groep. Hoe ze zondebok worden voor alles wat mis gaat – de sfeer in de wijken, de onveiligheid, nu zelfs al de files. Hoe minachting hun deel is als ze zich verweren tegen discriminatie, dat heet dan slachtoffergedrag.
De mensen die hieraan niet meedoen zijn niet blind voor de problemen, ze zien juist haarscherp waar dit soort ‘oplossingen’ ons brengt. Zij sluiten niet hun ogen voor de wereldgeschiedenis.
Vorig jaar werden de immigranten ineens deloyaal genoemd, vanwege hun dubbele paspoort. Ook twijfel aan loyaliteit, de beschuldiging onderhevig te zijn aan verre machten, hoort tot het culturele racisme. Van de joden werd beweerd dat ze handlangers waren van een verzonnen gezelschap geheimzinnige heren dat streefde naar de wereldheerschappij, de ‘Wijzen van Zion’. En de Chinese handelsminderheid zou worden gedirigeerd vanuit het griezelig grote moederland.
Tenslotte de risico’s van geweld. Waar uitbuitingsracisme heerste, dienden vroeger openbare lijfstraffen tegen opstandige enkelingen als afschrikwekkend voorbeeld. Alle anderen werden lijfelijk ongemoeid gelaten: zij moesten immers in staat blijven het zware werk te doen. Maar waar cultureel racisme heerste, werden zoveel mogelijk leden van de bedreigend geachte groep lijfelijk uitgeschakeld, gedood of verdreven. Dat geweld was massaal, ook al vielen er aan beide kanten doden. Daaraan vooraf ging een verhevigd rondzingen van de vooroordelen, hoe gevaarlijk de groep wel niet was en hoe terecht de angst.
Het kruitvat vulde zich, het wachten was op de lont. Wie uiteindelijk begon, bleef meestal in het duister. Zover is het hier gelukkig nog lang niet, maar er moet wel een eind komen aan het verzieken van de atmosfeer. Dat kan als meer mensen de mechanismen doorzien die werkzaam zijn.
Anne-Ruth Wertheim schreef het boek ’De gans eet het brood van de eenden op’, over haar kindertijd in een Jappenkamp. ISBN 9080195413. Zojuist is ook de Indonesische vertaling verschenen. Het is alleen nog te koop bij Linnaeus Boekhandel, tel. 020-4687192. En de DVD over het verhaal./em>
En dat is nu precies waar ik al bang voor ben vanaf de opkomst van Fortuyn,met zijn alles wat je denkt moet je kunnen zeggen.
Ik ben geen fortuynist, maar voor Fortuyn was ik niet bang. De angst is pas begonnen met zijn dood. Daarmee is het schild tegen extreem recht verdwenen.
Ik maak me wel erg veel zorgen over de Moslimhaat, maar ook over het ontkennen van de problemen in de wijken door de politiek en overheden. Daarmee speel je de rassenhaat in de kaart. Ook al zijn de buitenlanders niet de schuld van de problemen.
Ik ben het in grote lijnen met je eens, Marrigje. Maar je stopt de hele ‘politiek’ nu wel in een grote zak door te zeggen dat die de problemen in wijken ontkennen. Je mag dan wel een beetje verder kijken, welke politiek, wie? Om het maar even over mijn eigen partij te hebben – er zijn ook andere linkse partijen die zich er wel degelijk mee bezig houden, zeker in de lokale politiek – wij staan er om bekend juist in de wijken te werken, en deze dage zijn we opnieuw bezig met het formuleren wat onze visie daarop is. Dat stuk gaat nog door de afdelingen, het komt op de partijraad, en dan is het een beleid waar je onze partij aan mag houden.
Dus inplaats van de hele ‘politiek’ weg te zetten, waar ik tenslotte ook onderdeel van uitmaak zou ik vooral kritisch kijken wie wat doet, en wat je daar van vindt.
Anja, je hebt helemaal gelijk, ik heb behoorlijk gechargeerd. En daarbij heb ik heel makkelijk praten, waar ik woon hebben we geen ‘wijken’ en bij mijn weten zelfs geen moslims, of iig niet in die mate dat er van overlast sprake is.
Er heerst hier wel een vreselijke woningnood. Toen ik 2 jaar geleden ineens alleen met 4 kinderen een woning zocht kreeg ik te horen dat het 4 tot 7 jaar zou duren voor de gemeente een woning voor me had, met urgentie! Terwijl de gemeente wel woningen heeft voor asielzoekers die een A status krijgen, die hebben gelijk een woning indien gevraagd. Niet dat ik de situatie niet begrijp of zelfs onderschrijf, ik vind het bijzonder moeilijk uit te leggen aan mensen die in een erg moeilijk situatie zitten, waarom de een wel, en de ander niet.
Ik weet dat de SP heel veel doet, daar hoor ik zelf tenslotte ook bij. Zodra we, allemaal, benoemen dat er problemen en culturele verschillen zijn, kunnen we pas beginnen met het oplossen van de problemen. Ik geloof nog steeds dat kennis van de andere cultuur bijdraagt tot het wegnemen van vooroordelen en discriminatie. Wat twee kanten op werkt.
Maar nogmaals, ik kijk van een afstand naar dit probleem, dat is heel wat makkelijker dan als je er midden in woont.
Alles dat ik zeggen wil, valt te lezen in onderstaand gedicht….je hebt helemaal gelijk Anne-Ruth.
Later
Stel
je woont
in een land in ontwikkeling
Je behoort bij de meerderheid maar
de MACHT
is in handen van een minderheid
Wat zou jij doen om aan de macht
te komen?
Stel
er heerst
verdeeldheid
in het land
Welk buurland zou jij
dan binnenvallen om weer
EENHEID
onder de bevolking
te brengen?
Stel
je woont
in een beschaafd land
En het gaat economisch
al een tijdje niet zo goed
Welke MINDERHEID
zou jij er dan
de schuld van geven?
Stel
dat er TOEN
naast Joden ook
miljoenen
NEGERS
in Europa hadden geleefd
Hadden we het dan NU
over anti-negrotisme gehad?
Stel
dat de DOMME KRACHT
zich nu
had verveelt
Wiens ruiten
waren er dan gesneuveld
tijdens de KRISTALNACHT?
Stel
dat Hitler nu
aan de macht
zou zijn geweest
Had de HOLOCAUST
dan LATER
ADHA geheten?
Holocaust: van het latijnse Holocaustum = brandoffer.
ADHA: Arabisch voor offer. Tijdens het Islamitische offerfeest wordt God’s verzoek aan Abraham om zijn zoon te offeren herdacht.
c Arjan Onderdenwijngaard, 5 mei 2005.
Wat een goed, kort en krachtig stuk van Anne-Ruth.
Dit is het precies.
TonvN