Bijlage: Het joodse koninkrijk
(Hoort bij het Dossier Palestina-Israël. Hier)
Het verhaal is bekend: het volk Israël, de nazaten van aartsvader Abraham, vluchtte eens onder leiding van Mozes uit Egypte waar ze als slaven leefden, de exodus. Ze zwierven veertig jaar door de woestijn, om eindelijk aan te komen bij het land dat hen door God was beloofd: Kanaän. Mozes stierf voordat hij het beloofde land kon betreden, zijn zoon Jozua nam het over. En wat volgde was een heldhaftige verovering: de bevolking van Kanaän werd uitgeroeid, nadat ook de muren van Jericho ineenstortten.
Wat volgde was de opbouw van een joods koninkrijk, met Jeruzalem als centrum, en een grote bloeiperiode onder de legendarische koningen David en Salomo. Het joodse rijk viel uit elkaar in een tweestammenrijk Juda en een tienstammenrijk Israël Na de verovering door de Assyriers werd de Eerste Tempel verwoest, dan wordt ook de herbouwde Tweede Tempel verwoest. Uiteindelijk werden de joden door de Romeinen verbannen, nadat Jeruzalem werd verwoest, en ging het merendeel tweeduizend jaar in de Diaspora, om met de zionistische beweging ’terug’ te keren.
Het eerste deel van het verhaal, tot en met de verwoesting van de tweede tempel stamt uit het Oude Testament. Ook niet-gelovigen beroepen zich op de bijbel, in de veronderstelling dat het te lezen is als een geschiedenisboek. Op vele websites kunnen we de chronologische, uit het Oude Testament overgenomen geschiedenis terugvinden, als waren het feiten, hoewel tegelijkertijd duidelijk is dat zeker niet alles kan kloppen. Het is onwaarschijnlijk dat God de zon aan de hemel vasthield om er voor te zorgen dat het leger van Jozua de tijd had om zijn veroveringsoorlog voort te zetten, of dat de Rode Zee werkelijk uiteenweek toen Mozes daar met zijn volk doorheentrok.
Archeologen gingen naarstig op zoek naar de sporen van die antieke geschiedenis – er zal geen land ter wereld zijn waar de bodem zo is omgewoeld als in Israël – en aanvankelijk leken de archeologen succes te hebben. Er werden resten van paleizen gevonden waarvan werd aangenomen dat die uit de bloeiperiode van Koning David en Salomo stamden. Maar inmiddels zijn samenwerkende archeologen en schriftgeleerden er achter dat er weinig klopt van het historische verhaal. Een invloedrijke studie is van Israël Finkelstein en Neil Asher Silberman, The Bible Unearthed, die weinig heel laten van de gedachte dat het Oude Testament in grote lijnen een accurate voorstelling van de ‘geschiedenis van Israël’ zou geven. De bijbel is een groots literair meesterwerk, stellen ze met eerbied vast, maar het is een verzameling van mythen, legenden, volksverhalen, koninklijke propaganda en oude poëzie, die lang na de werkelijke feiten gebeurden zijn verzameld, op schrift gesteld, en geredigeerd zijn om te voldoen aan de wensen van de toenmalige heersers.
Het fascinerende aan dat oude verhaal is dat het een volk is dat de hoofdpersoon is van de geschiedenis. Natuurlijk zal elke kritische lezer van de bijbel zich ogenblikkelijk afvragen of het historisch te verklaren valt dat de muren van Jericho vielen na het klaroengeschal op de ramshorens. Maar erger is dat er inmiddels is aangetoond dat Jericho in de tijd waarin dat gespeeld moet hebben helemaal geen muren had. En nog veel meer dat het verhaal op losse schroeven zet.
Kort samengevat: er zijn geen sporen gevonden van een uittocht uit Egypte, niet in de Egyptische geschriften die er al waren, en er zijn geen sporen gevonden van het verblijf van het volk Israël in de woestijn. Het is waar dat er Kanaanieten naar Egypte trokken in tijden van hongersnood, maar nergens in Egypte is iets gevonden over de aanwezigheid van mensen die zich als Israëlieten beschouwden. Het is, gezien het toezicht dat Egypte hield op de uitvalswegen erg onwaarschijnlijk dat die exodus werkelijk heeft plaatsgevonden, zeggen de auteurs. Er zouden hoe dan ook sporen van aantoonbaar moeten zijn, en die zijn er niet, ook niet bij de Egyptenaren die zulke gebeurtenissen wel ergens zouden hebben vermeld.
Ook van de verovering van Kanaän, inclusief de vrijwel gehele uitroeiing van de Kanaanieten door het leger van Jozua is een buitengewoon onwaarschijnlijk verhaal. Niet alleen dat het moeilijk voorstelbaar is hoe een haveloze groep zwervende mannen en vrouwen, kinderen en ouderen, die veertig jaar in de woestijn hadden gekampeerd, in korte tijd tot een goed werkend leger kon worden omgevormd. Kanaän was een Egyptische provincie. En wederom: nergens in de Egyptische geschriften is iets terug te vinden over de verovering van Kanaän door de Israëlieten. De enige vermelding van een volk Israël, op een gedenksteen in Merneptah, heeft het over een klein volk, wonend in Kanaän, dat werd verslagen. Wat er bij archeologische opgravingen naar boven kwam aan verwoeste steden in Kanaän, maakte duidelijk dat die niet in een enkele periode waren aangevallen en verslagen maar in de loop van meer dan een eeuw.
De vraag is dus ook wie die Israëlieten waren. Nu blijkt het zeer veel waarschijnlijker dat het altijd Kanaanieten waren en zijn gebleven. Er werden meerdere volken aangetroffen in het gebied Kanaän. Wat wel door archeologisch onderzoek is gebleken is dat er kleine nederzettingen waren, waarschijnlijk van als nomaden levende herders die zich vestigden. En het interessante daarvan is dat een deel van die nederzettingen bewoond werd door mensen die geen varkensvlees aten. De andere eigenschap die de Israëlieten kenmerkte als een ander volk, het monotheïsme, kwam veel later.
Ook de beroemde bloeiperiode van koning David en zijn zoon Salomo blijkt grotendeels tot de fabels te behoren. De bouwwerken die met name aan Salomo werden toegeschreven blijken niet uit de juiste tijd afkomstig maar van twee eeuwen later. In de opgravingen in Jeruzalem werd opmerkelijk weinig gevonden uit de tijd dat David en Salomo zouden hebben geleefd. Jeruzalem was in die tijd niet meer dan een provinciestadje. Het is ook de vraag of er ooit sprake is geweest van een koninkrijk dat later uiteenviel, waarschijnlijker is het dat er altijd van twee landen sprake is geweest, twee kleine koninkrijken, Israël en Juda.
De werkelijke geschiedenis van Israël blijkt veel complexer en minder eenduidig dan het bijbelse heldenverhaal. Lange tijd bleef het een achterafgebied, met kleine nederzettingen, met mensen die leefden van vee, en van olijven en wijn. Er was nog nauwelijks sprake van staatsvorming. Ook was het nog lang gebruikelijk om de oude plaatselijke goden te aanbidden, en er zijn bewijzen gevonden dat God een vrouwelijke metgezel werd toegedicht, Asherah, en Urusalim, in de bijbel genoemd als de stad van David, had geen grote gebouwen en was zeker niet het spirituele centrum voor alle Israëlieten
Ook wie David was blijft in mist gehuld. Er is een nog onbewezen theorie dat hij een leider was van de Apiru, zwervende en gevreesde bendes, die regelmatig bevolkingen beroofden in de woestijn van Judea en de heuvels rondom Hebron. Dat zou verklaren waar het woord Hebreeuws vandaan komt, van Apiru. Maar het is niet meer dan een interessante speculatie.
Pas met de verovering van Samaria, en de val van het koninkrijk Israël, na 720 voor Christus door de Assyriers, toen duizenden vluchtelingen naar Juda kwamen, ontwikkelde het zich tot een werkelijk rijk, en werd Jeruzalem een werkelijke stad. Toen pas kwam de monotheïstische religie, zoals we die nu zien als de bron van zowel judaïsme als christendom tot bloei, Er waren meer mensen die konden lezen en schrijven, de wetten werden herschreven, zoals neergelegd in Deuteronomium. Toen volgde, na vier eeuwen geschiedenis van Juda, de verwoesting van de tempel, de laatste koning werd gevangen gezet in Babylon. Van die gevechten zijn de bewijzen wel gevonden.
En nog was de geschiedenis niet ten einde. In Babylon en in Jeruzalem leefden de Israëlieten voort, een deel van hen was niet gedood of gedeporteerd, en de Babyloniers stonden hen een zekere mate van autonomie toe. De tweede tempel werd opgebouwd, het koninkrijk Juda werd Yehud, de Armeense naam, en de mensen van Juda werden de Yehudim, de joden. Toen ontstond ook voor het eerst een duidelijke scheiding tussen het joodse volk en de andere volken, en toen kwam er ook behoefte om de ontstaansgeschiedenis van het nieuwe geloof terug te projecteren in de geschiedenis, en ’terug te schrijven’ in de verhalen die zouden worden gebundeld in het Oude Testament. Het waren niet meer de koningen van het huis van David die het volk leidden en aan de wetten hield, het waren de priesters.
Een belangrijk punt in deze, op onderzoek gebaseerde, nieuwe versie van de antieke geschiedenis van het joodse volk is dat er geen sprake is van een Israëlitisch volk dat van buiten Kanaän kwam, en het veroverde, maar dat ze een lokaal volk waren dat er leefde naast andere volken. En het is daarmee ook tamelijk aantoonbaar dat de belofte van God aan het uitverkoren volk dat het land alleen aan hen toebehoorde net zo’n mythe was als de exodus uit Egypte en de verovering van Kanaän
Finkelstein en Silberman wagen zich niet aan conclusies die betrekking zouden kunnen hebben op de rechtvaardiging van het stichten van een joodse staat, ze houden zich ver van politiek. Wat niet wegneemt dat het een zionistisch leerstuk op losse schroeven zet. Het joodse koninkrijk bestond een veel kortere periode dan wordt beweerd, en was veel kleiner. Het ‘beloofde land’ is nooit volledig in handen van een joodse overheersing geweest. De vraag is dus waarom joden meer recht zouden hebben op het gebied Palestina, dan de vele andere volken die er hebben geleefd, of de andere overheersingen door volken van buiten af.
Interessante verhalen vandaag. Toch vind ik de hier beschreven geschiedenis van het jodendom of van het joodse koninkrijk materialistisch en daarmee eenzijdig. Er bestaat wat mij betreft ook een spirituele geschiedenis. Dat maakt voor mij dat een materialistische visie op de geschiedenis niet voldoende, zo niet ondergeschikt is om de zionistische visie daarop te bestrijden.
Deel van die spirituele ontwikkeling is dat ons gevoel voor moraliteit in de loop der eeuwen en millennia veranderd is. Kolonialisme is sinds midden vorige eeuw moreel niet meer aanvaardbaar, terwijl dat in het denken van velen aan het eind van de negentiende eeuw nog wel zo was. Die ontwikkeling is niet toevallig.
Zionisten kunnen zich dus voor de etnische zuivering van Palestijnen, wat mij betreft niet beroepen op dat wat millennia geleden spiritueel aan de orde was. De tijden zijn veranderd. Het is ook niet toevallig dat wij nu vinden dat de joodse immigranten in Palestina niet meer de zee ingedreven kunnen worden.
Groet,
Misschien kun je even wachten met oordelen in de trant van ’te materialistisch en daarmee eenzijdig’, dit verhaal maakt onderdeel uit van een groter dossier, een aantal zaken zoals kolonialisme dat we nu niet meer accepteren staan daar al, andere zaken worden nog besproken. Dus: hou je aan mijn verzoek en wacht even af met commentaren, graag.
Ach, het is al een tijdje bekend dat Asjkenazische Joden afstammen van welgeteld 4 vrouwen van Levantijnse afkomst. En het zijn de Asjkenazische Joden die achter het hele zionistische gebeuren zitten.
Genetica haalt een hoop fabels onderuit tegenwoordig.
According to various genetic studies, Jewish and Samaritan populations and various Palestinian populations overlap genetically because they share some of the same Neolithic ancestors.
Geneticists generally agree there was mixing in Middle East populations in prehistoric times. Nebel et al. (2000) doing Y-chromosome haplotype analysis for patrilineal ancestry of Jews and Palestinian Muslims “revealed a common gene pool for a large portion of Y chromosomes, suggesting a relatively recent common ancestry”. The two modal haplotypes that comprise the Palestinian Arab clade were very infrequent among Jews, “reflecting divergence and/or admixture from other populations”. Nebel et al. regard their findings in good agreement with historical evidence that suggest that “Part, or perhaps the majority, of the Muslim Arabs in this country descended from local inhabitants, mainly Christians and Jews, who had converted after the Islamic conquest in the seventh century AD… These local inhabitants, in turn, were descendants of the core population that had lived in the area for several centuries, some even since prehistoric times
http://en.wikipedia.org/wiki/Palestine#
Genetic_analyses_of_regional_populations