Mindfulness
Het lijkt een beetje een hype. Iedereen doet opeens aan mindfulness, er zijn massa’s boeken, tijdschriften en DVD’s, en de cursussen schieten als paddestoelen uit de grond. Gaat dat ergens over, behalve dat het er ook tamelijk commercieel aan toe kan gaan? Ik denk van wel.
Hier mijn versie. Dit kan ik waarnemen in mijn eigen leven: dat ik erg veel tijd besteed aan wat was en veel tijd aan wat nog komen gaat, en in verhouding veel te weinig tijd aan leven in het hier en nu. Ga voor jezelf na: hoe lang ben je bezig met herkauwen van wat je hebt meegemaakt. Blijft een ruzie je dwars zitten, zijn er mensen die steeds maar weer door je hoofd spoken, blijf je bezig met een grief, met iets dat niet goed ging? Ik ken mezelf wel een beetje. Ik kan op een dag met tien mensen goed contact hebben, een praatje met de mevrouw in de supermarkt, een vriendin, een collega, en met een ervan gaat het niet helemaal lekker. Iets stoort me, iets blijft er haken. Waar blijf ik de hele dag aan denken? Juist, niet aan die vrolijke of zinnige contacten. Natuurlijk gaat dat terugdenken ook werkelijk ergens over, soms moeten we iets doen, iets rechtzetten, iets goedmaken. We moeten ons verleden, ook ons actuele verleden, verwerken, ervan leren. Maar hoe vaak draaien we niet in hetzelfde kringetje, zonder dat het veel effect heeft?
En dan de toekomst. Uiteraard is het verstandig om te plannen, zolang we maar flexibel blijven, want dit weten we: life is what happens while you are making other plans. Maar hoeveel van dat vooruitdenken bestaat uit het zoeken naar beren op de weg, bang zijn voor wat zou kunnen gebeuren? Worst-case-scenario’s bedenken die waarschijnlijk helemaal niet door zullen gaan? Bekijk eens hoeveel van de tijd die je daaraan besteedt werkelijk zinnig is. Vast en zeker: een stuk minder.
Mindfulness, de aandacht richten op hier en nu, oordelen op te schorten, beleven dat we leven, komt uit het boeddhisme. De gedachte erachter is simpel. Het enige leven dat we leven is hier en nu. Het verleden is voorbij, de toekomst moet nog komen, er is in feite alleen hier en nu. Hoe vaak vergeten we niet nu te leven? Hoeveel van onze tijd gaat op aan gisteren en morgen? En hoe vaak zijn we niet hier, maar zitten op iPhone en internet, altijd ergens anders met ons hoofd?
Er zijn methoden voor om te leren meer in het hier en nu te zijn. Mediteren is een methode. Daar kun je uren mee zoet zijn, je kunt er dagen voor in retraite, maar elke dag tien minuten doet ook al veel. Ik heb het geleerd in mijn cursus, wil er nog meer over leren. Iemand moet het je wel een beetje leren, want alleen stil zitten en proberen nergens aan te denken werkt niet zomaar. Ik kom er nog steeds niet elke dag toe, maar het is fijn. Erna denk ik altijd weer: waarom doe ik dat niet vaker. Gewoon, tien minuten. Ik fris er meer van op dan van een dutje. En zeker meer dan van een paar glazen wijn die ik vroeger gebruikte om te ontspannen en even op te houden met denken.
Een mooi boek dat ik aan het lezen ben, elke ochtend in bed een hoofdstuk, is van Christophe André, Mediteren, dag na dag. 25 lessen voor mindful leven. Bij elk kort hoofdstuk is een reproductie van een kunstwerk gekozen.
Een fragment:
Je bent blijven staan omdat dit ogenblik uniek is. Omdat je nooit meer precies datgene zult terugzien wat je nu ziet. Omdat je nooit meer precies datgene zult beleven wat je nu beleeft. Nu begrijp je het: je bent blijven staan omdat je je bewust bent geworden van wat essentieel is. Je bent bezig een stukje van je leven te beleven. Hoe is het mogelijk dat je dit zo vaak vergeet? Dat je vergeet dat leven een kans is, dat ieder ogenblik ervan een wonder is? Veroverd op de nacht, op de dood, op het niets? Hoe kun je daar nu geen acht op slaan? Laat voortaan altijd tot je doordringen dat je leeft. Nu, bijvoorbeeld: kijk om je heen met de ogen van een pasgeboren baby, alsof je nog nooit gezien hebt wat je nu ziet.
Dit is wat ik ervan leer: dat het niet alleen fijn is om jezelf te voorzien van prettige ervaringen, van hoogtepunten, om naar een goede film te gaan, om eropuit te gaan, naar buiten, ergens waar het mooi is, maar om vaker met de ogen van een argeloos kind te kijken naar wat heel gewoon is. Om het gewone meer te waarderen. Om even stil te staan als ik boodschappen doe op de brug van een gracht, in de stad waar ik al zestig jaar woon, en te zien hoe mooi het is. Om me op de markt te verlustigen aan de kleur van al dat fruit en de groente. Om mijn koude handen te warmen aan een kop koffie en de geur op te snuiven, en dankbaar te zijn dat ik dit heb. Elke dag feest. Het kan, het kost niets, behalve de beslissing om het hier en nu meer te gaan waarderen. En om alles waar we over piekeren, waar we ontevreden over zijn, waar we ons hoe terecht ook kwaad over maken, even op te schorten.
Ga na, aan het eind van je dag, hoeveel momenten heb je kunnen maken waarin je genoot van wat heel gewoon is? Dat wat je in feite al is geschonken?
Ga door naar deel 5, hier