Ouder worden voor beginners (11)

Zin

Er was een vriendin die ouder is dan ik, die me eens haar wijsheid doorgaf. Ze zei: “Ik heb nooit zo op mijn lichaam gelet toen alles het nog gewoon deed. Maar toen ik klachten kreeg werd ik kwaad. Mijn lijf liet me in de steek. En toen begreep ik opeens dat je juist van je lichaam moet houden, het moet koesteren, dat je er lief voor moet zijn.”

Een heel goede raad, want zonder ons lijf zijn we – nou – zijn we niet. Voor zover we weten. En dit weten we ook: wat voor een sterke en voortdurende wisselwerking er is tussen lichaam en ziel, hoe we in onze stemmingen en onze zelfwaardering beïnvloed worden door hoe het lijfelijk met ons gaat, en omgekeerd ook, hoe onze mentale gesteldheid weer invloed heeft op hoe we ons voelen. Stress bijvoorbeeld, en hoofdpijn, maagklachten, een stijve nek. Neem pijn. Ik had de laatste tijd last van een heup, bleek een slijmbeursontsteking te zijn. Niet erg en inmiddels bijna over. Het deed niet eens zoveel pijn, maar wel elke dag en steeds maar. En ook ’s nachts. Toen ik een injectie kreeg om de pijn weg te nemen was ik zo ontzettend opgelucht, bijna euforisch. Omdat het niet iets ergs was, én omdat het zo heerlijk is om géén pijn te hebben. We willen wel eens vergeten om ons lijf dankbaar te zijn en lief te hebben, als er niets aan de hand is.

We moeten dus beter luisteren naar wat ons lichaam ons zegt. Zoals mijn knieën begonnen te protesteren tegen te veel gewicht. Nou is ‘luisteren naar je lichaam’ voor veel mensen nog niet zo makkelijk.

We hadden eens een grap, in het feminisme. In een stripboekje, uitgegeven bij uitgeverij Sara was Sylvia de hoofdpersoon. Een lekkere cynische en ordinaire goedgebekte tante met altijd een sigaret in haar mondhoek en een glas in de hand. Sylvia had een vriendin, een magere, vegetarische, ethische en nogal humorloze vrouw die haar altijd ernstig toesprak. (Het is wel duidelijk met wie ik me toen het meest identificeerde.) Die vriendin zei: “Sylvia, doe die sigaret eens weg, leer eens naar je lichaam te luisteren. Sylvia, nu, doe je ogen dicht, en luister naar wat je lichaam écht wil.” Sylvia doet haar ogen dicht, luistert naar wat haar lichaam wenst, doet ze weer open en zegt: “Robert Redford.”

Als ik in de stress lig en naar mijn lichaam luister, dan zegt het: o nu een borrel. En een andere stem zegt: nee niet doen. Ik moet dus uit die kakofonie van verschillende stemmen kiezen naar wie ik luister.

We leven in een tijd van snelle consumptie, en snelle oplossingen. Wij leven in een moordende overvloed met een waanzinnige keuze aan consumptie-artikelen die instantgeluk beloven en die niet goed voor ons zijn. Die maar even snelle bevrediging geven en daarna meestal een tamelijk beroerd gevoel. Niemand voelt zich lekker na een overvloedig vette maaltijd, na te veel chocola, en de ochtend na een feestje is ook meestal niet zo prettig.

We zijn niet meer gewend om te lijden, we vinden dat we dat niet meer hoeven. We willen ons niet vervelen, we willen niet ongelukkig zijn, we willen geen pijn hebben, we willen dat alles fijn is en wel NU. Dokters, therapeuten, de regering, en de moderne medicijnen en alle producten in de supermarkt moeten ervoor zorgen dat we meteen weer gelukkig zijn, daar hebben we recht op tenslotte, nadat we gestemd hebben en onze verzekering betaald. Dus willen we niet alleen paracetamolletjes maar ook antidepressiva, ook als we niet depressief zijn maar gewoon ongelukkig. We willen meteen beloning in de vorm van zoet en vet, we willen een fles openmaken om in de stemming te komen. We hebben de verantwoordelijkheid voor onszelf nogal uitbesteed en niet altijd aan de meest wijze instanties.

En met de waanzinnige keuze in de westerse wereld, en instantbevrediging om de hoek, zijn we het verleerd om nog te luisteren naar wat we echt willen, dat wil zeggen, wat goed voor ons is. Minder eten, niet meer drinken, niet meer roken, het lijkt allemaal straf en daar hebben we geen zin in. En houden dat, zolang we er zo over denken, ook niet vol.

Ik heb altijd het voorrecht gehad om wijze mensen op mijn pad te vinden. Of het kan zijn dat ik op de juiste momenten open stond voor raad en advies. Zo had ik een tijd een coach die geïnspireerd was door het Taoïsme. Die legde me uit wat ‘discipline’ is. “Kijk,” zei hij, “hier ben jij, je weet dat je leven eindig is, en je lichaam kwetsbaar. En daar, aan de andere kant is wat je met je leven wilt, je doel, wat je wilt bereiken. Dat ertussen, dat wat je nodig hebt om dat doel in je leven ook te bereiken, dat wat je doen moet, dat noemen we discipline.”

Werkelijk van jezelf houden en goed zijn voor het lichaam dat je bent, vraagt de houding van een wijze ouder tegenover een kind, dat liever drie danoontjes wil dan die vieze spinazie en nog zoveel kan stampvoeten maar geen drie danoontjes krijgt. We moeten onszelf liefdevol heropvoeden. Met respect en waardering.

Er is een oefening die ik meekreeg in mijn Vrij van Alcohol training, maar die je op veel zaken kunt toepassen. Je hebt zin. Dat is een onberedeneerde kleine begeerte. Je hebt zin om iets nieuws te kopen, een glas wijn te drinken, een kroket uit de muur te halen, of een halve Hemaworst te eten op weg naar de trein. Deels, kunnen we weten, wordt die ‘zin’ ingegeven door een vorm van verslaving. Een uitgewerkte suikerkick vraagt om nieuwe suiker. Maar deels hebben we ‘zin’ zonder ons af te vragen waarin nou eigenlijk precies. Wat willen we? Beloning, troost, iets tegen verveling, iets tegen een vervelend gevoel, steken we toch weer een sigaret op vanwege de stress?

Ik kreeg een checklist mee. Elke keer dat je ‘zin’ hebt in drank, ga na wat er eigenlijk met je is. Heb je gewoon dorst? Drink wat anders. Knort je maag? Eet. Ben je moe en slap? Slaap. En wat verder, hoe is het met je stemming, waar denk je aan en wil je niet aan denken? Welk gevoel wil je kwijt? Gefrustreerd? Kwaad op iemand? Verlegenheid in gezelschap? En zou het mogelijk zijn om a. dat vervelende gevoel gewoon uit te houden, of b. daar op een andere manier wat aan te doen dan met een glas wijn of een pilsje? Het is een leuke oefening, waarbij je jezelf nog vaak zult kunnen betrappen.

En het kan met hulp. Geef toe dat je een sociaal dier bent. Geef toe dat je niet alles alleen kunt, ook jij stevige man niet, ook jij geëmancipeerde dame niet.

Dus laat je leiden en begeleiden door mensen die op een bepaald gebied wijzer zijn en meer ervaring hebben, durf weer leerling te zijn. Doe dingen die je moeilijk vindt – gewoonteverandering is altijd moeilijk – samen met vrienden. Hardlopen is misschien leuker als je het samen doet, en het helpt als je wel moet omdat je je vriendin niet in de steek wilt laten. Begin een eetgroepje waarmee je experimenteert met vega recepten. Ik heb nog steeds een steungroepje overgehouden vanuit mijn Vrij van Alcohol-cursus. Ik denk niet dat ik het nodig heb, maar het is zoveel leuker met. Al was het maar om af en toe te vieren dat het zo goed gaat. En te leren vieren zonder drank.

Ga door naar deel 12, hier