Te gast: Trees uit Sakhnin, een Arabisch stadje in Galilea, wilde reageren en nog wat aanvullen op het stuk van gisteren, over de Palestijnen in Israel.
Hoi Anja, ik wil ook nog wel even iets vertellen over mondigheid en repressie.
Misschien een stukje geschiedenis. Zoals Sultany al zegt, na 1948 hielden de Palestijnen binnen Israel zich rustig. Om de redenen zoals jij die beschrijft, geen kader meer, iedereen was weg, angst, maar eigenlijk ook omdat men dacht dat: dit is de zoveelste bezetting, eerst hadden we de Turken, daarna de Britten. Men verwachtte eigenlijk dat men, ondanks de Nakba, toch door zou kunnen gaan met het gewone “boeren” leven (1). Maar helaas, Israël ging ook al gauw naar de Negev en Galilea, waar nog Arabische dorpen waren en ook die verloren veel grond aan de nieuwe joodse staat. (Sakhnin had in 1948 2500 inwoners en 70.000 dunum grond, nu is dat 25000 inwoners en 9000 dunum grond). Dit land is op allerlei smerige manieren afgepakt. Ik ga daar niet verder over uitweiden (2).
Maar pas in 1976 kwamen de Palestijnen in Israël voor het eerst echt in opstand – toen Israel een heel belangrijk stuk landbouwgrond (regio 9) in Galilea wilde confisceren. Gedurende deze opstand werden er zes mensen (Israëlische burgers dus) gedood. Dit was de eerste keer dat men zo openlijk in opstand kwam. Vandaag de dag hoor je van mensen die er toen bij waren dat het kleine demonstraties waren, maar Israël is daar zovan geschrokken dat men de eerste dag al de tanks erop afstuurde en een avondklok instelde en gelijk is begonnen met schieten – met als resultaat zes doden.
Dit is bekend geworden als landdag, en ieder jaar wordt dit herdacht, en wordt er nog steeds geprotesteerd tegen landonteigeningen van Arabische dorpen binnen Israel.
Maar er is ook iets nieuws aan de hand. En dat heeft te maken met de herdenking van de Nakba. Ik kom hier al sinds 1982, maar in ik geloof 1998 (of was het een jaar eerder), werd de Nakba voor het eerst herdacht. Toen gingen we voor het eerst naar een gebied waar in 1948 een Palestijns dorp was geweest (3). En er kwamen toen veel mensen op af, meest activisten. Voor mij was het echt de eerste keer dat ik dat zo meemaakte. Uiteraard was er veel politie en leger op de been, maar we werden tamelijk met rust gelaten. Tot dit jaar. Dit jaar was het voor het eerst dat er zoveel mensen (naar ik later hoorde meer dan 15000) op af kwamen en wat anders was dan anders, veel families met kinderen. Maar ook waren er ook door het hele land nakba aktiviteiten . Ik heb jullie al eerder verteld over hoe we na de demonstratie aangevallen werden en hoe vreselijk gewelddadig het was (4). Terwijl er van onze kant niets, maar dan ook niets gebeurde. We waren al op weg naar huis toen we aangevallen werden. De jongens die die dag gearesteerd werden, waren jongens die óf voor het eerst op zo’n bijeenkomst waren, óf het waren journalisten die aan het filmen waren, en een van hen was een jongen die helemaal niet op de demo was geweest, maar op weg was om boodschappen te doen en in zijn auto zat te wachten totdat hij erdoor kon. Ik heb vol verbazing gekeken hoe hij uit de auto werd gesleurd.
Volgens mij en velen van ons is dit een reactie op het feit dat het algemene geheugen van de Palestijnen hier in Israël aan het terugkomen is. Israël heeft er alles aan gedaan om dit geheugen uit te wissen. Palestijnen hebben jarenlang op school geleerd, en nog steeds, dat ‘we’ in 1948 ‘bevrijd’ zijn. Men heeft de Arabische studenten op 15 mei altijd met Israëlische vlaggetjes laten zwaaien. De hele Palestijnse geschiedenis van voor 1900 is uitgewist. Je leert een beetje Arabische geschiedenis van de 13de en 14de eeuw. Maar wat er kort geleden is gebeurd, dat krijg je niet te horen. De Palestijnse dichters zoals Mahmud Darwish (5) zijn verboden op de Arabische scholen. Maar gelukkig zijn er instellingen en ook ouders die het wel doorgeven aan hun kinderen. Affijn, men herinnert zich weer en men herdenkt weer, en dat is eng voor Israël. Alleen zijn die Israëliërs zo stom om dit op zo’n manier te benaderen. Ik weet zeker dat er volgend jaar nog meer mensen naar de Nakba demonstraties gaan.
Maar repressie is er altijd geweest. Iedereen kent wel iemand of is zelf wel eens gearresteerd geweest. Ik denk niet dat de repressie aan het toenemen is, iedere vorm van opstand is altijd hard de kop ingedrukt. Denk aan Oktober 2000 (6). Ik denk wel dat de Palestijnen binnen Israël bewuster zijn van hun situatie en misschien ook wel mondiger, of dat er meer dan vroeger mondig zijn geworden. Dat zou kunnen. Maar nogmaals: de repressie is er altijd geweest.
Wat voetnoten, die ik (A.M) heb toegevoegd. Trees, kijk even of je het er mee eens bent.
(1) Het gebied Palestina is vrijwel permanent onder een vorm van bezetting geweest. Het grote verschil tussen de Turkse en Engelse overheersing, en de daarop volgende zionistische was dat de eersten de infrastructuur van het land met rust lieten. De mensen moesten belasting betalen, maar hielden hun eigen mukhtars in hun dorpen, en behielden hun land. De bezetting had maar weinig invloed op hun dagelijkse leven. Dat werd fundamenteel anders met de zionistische bezetting. Al lang voor 1948 werd de inheemse bevolking duidelijk wat de bedoeling was: waar de zionisten land opkochten van de grootgrondbezitters voor een joodse nederzetting werden de boeren die traditioneel voor de grootgrondbezitters werkten van hun land afgegooid. Een van de zionistische doelen was om ‘Arabische arbeid’ te vervangen door ‘Hebreeuwse arbeid’. De eerste boerenopstanden waren dan ook niet zomaar tegen joden, zoals Israël dat graag vertelt maar tegen de zionisten. Ook werd gaandeweg duidelijk waar de zionisten op uit waren: een politiek bewuste elite begreep al heel goed dat het de bedoeling was om een joodse staat te stichten in plaats van de bestaande Palestijns-Arabische samenleving. Alle pogingen van de Palestijnen om de Britten te hulp te roepen om dat tegen te houden, en hen te houden aan de belofte dat de Palestijnse bevolking net als andere voormalige gekoloniseerde volken recht hadden op zelfbeschikking mislukten: Engeland koos uiteindelijk toch voor de Europese zionistische joden, en niet voor de inheemse bevolking, en liet hen aan hun lot over.
Dat er al enig bewustzijn was wat de zionisten werkelijk van plan waren heeft een groot deel van de boerenbevolking er niet van weerhouden om er op te hopen dat het wel over zou drijven, zoals Trees beschrijft. Ik kende in Bureijekamp in Gaza de mukhtar (dorpsoudste) van Kowkaba, een dorp dat niet meer bestond. Hij geloofde er nog steeds in dat de zionisten uit Europa wel weer zouden verdwijnen, net als eens de Kruisvaarders weer vertrokken.
(2). De aandacht wordt meestal gevestigd op de landonteigeningen binnen de bezette gebieden, die tegen de Conventies van Genève zijn. Het is nog niet erg doorgedrongen dat een vergelijkbaar proces ook binnen Israël zelf heeft plaatsgevonden – en nog steeds wordt doorgezet. Onder de roepnaam ‘de judaisering van Galilea’, werd gepoogd om de er wonende Palestijnen op zo klein mogelijk gebied te concentreren, met zo min mogelijk land tot hun beschikking. Er is een heel stelsel van wetten gemaakt om dat de schijn van legaliteit te geven: zo kan land dat in Palestijns bezit is geconfiskeerd worden voor het algemeen belang, voor militaire doeleinden, het kan zogenaamd beschermd worden als groen gebied, en het is mogelijk om te verbieden dat er op eigen land een huis gebouwd wordt, zogenaamd omdat het landbouwgebied is, of dat er nog geen bestemmingsplan voor is (wat vervolgens nooit komt.) Een andere methode was een wet die bepaalde dat land dat meer dan een paar jaar niet verbouwd was automatisch verviel aan de staat. Eerst werd het de eigenaars verboden om het land te verbouwen, vervolgens werd het in beslag genomen. (Er zijn in Israël nogal wat Palestijnen die in de onnavolgbare Israëlische categorie vallen van ‘aanwezige afwezigen’. Er wonen ook nog steeds duizenden ‘displaced persons’ in niet erkende dorpen, soms vlak naast het dorp waar ze uit verdreven zijn). Is een stuk land eenmaal geconfiskeerd, dan wordt het onder toezicht gesteld van een van de Israëlische organisaties die daartoe zijn opgericht. Die vallen officieel niet onder de overheid, en zij hebben het recht om bepalingen in de statuten op te nemen waarmee wordt verhinderd dat het land wordt verpacht of verkochte aan Arabieren. Zoals door diezelfde organisaties de nieuwe woonwijken voor joden ook joods worden gehouden door de bepaling dat de bewonersorganisaties het recht hebben om te beslissen wie er in hun ‘cultuur’ passen en wie niet. Zo is er een geheel gelegaliseerd apartheidssysteem opgezet, wat werkt om Palestijns land te confiskeren en aan joden toe te kennen, zonder dat het openlijk wordt toegegeven. De Palestijnen zijn binnen Israël zelf inmiddels 92% van hun land kwijt.
(3) Al voor 1948 werd een begin gemaakt met het verwoesten van zoveel mogelijk dorpen die door de zionisten waren veroverd en ontruimd. Dat is ook in de jaren na de oorlog nog voortgezet. Nog steeds kun je daar de resten van zien als je door Israel rijdt: waar je cactussen ziet, de traditionele Palestijnse manier om land af te grenzen, kun je er vrijwel zeker van zijn dat daar een Palestijns dorp is geweest. Er zijn meer dan 400 dorpen met de grond gelijk gemaakt. Daarnaast werden ook de Palestijnse namen letterlijk van de kaart geveegd en vervangen door Hebreeuwse namen. Soms werd daarmee gesuggereerd dat een bepaalde plek altijd al joods was geweest, door het een bijbelse naam te geven. Er werd alles aan gedaan om de aanwezigheid van een eeuwenoude Palestijns-Arabische cultuur zoveel mogelijk uit te wissen. In de bezette gebieden gebeurde dat onder andere door de Palestijnse vlag te verbieden, zelfs borduurwerk in de Palestijnse kleuren was verboden, en traditionele gebruiken als de dabka, de volksdans, moest na 1993, toen de gebieden gedeeltelijke autonomie kregen haast weer opnieuw uitgevonden worden. Uiteraard wordt alles wat verboden is daardoor aantrekkelijker. Het is de vraag of jonge Palestijnen nog zo graag zouden volksdansen als het niet meteen een verzetsdaad zou zijn. Ik heb jonge Palestijnen, in Nazareth onder andere, hartstochtelijk zien volksdansen.
(4) Zie hier.
(5) Mahmoud Darwish wordt gezien als de grootste Palestijnse volksdichter. Ik was er bij toen hij vele jaren geleden in Ramallah optrad, nadat het hem met moeite was gelukt om door de grens heen te komen. Alle jongeren die vooral bezig waren om stenen naar tanks te gooien lieten alles vallen om even een glimp van Darwish op te vangen.
Darwish was in Nederland, toen hij de Prins Claus prijs in ontvangst nam. Zie hier.
(6) In oktober 2000 werden bij een demonstratie 12 jonge, ongewapende Palestijnen doodgeschoten. Er werd niet willekeurig in de massa geschoten, de meesten vonden de dood doordat ze zeer opzettelijk door scherpschutters in hoofd of rug werden geschoten. Jarenlang is er een slepend onderzoek naar geweest door de Orr-commissie. Uiteindelijk werd niemand van de schuldigen, noch de daders zelf, noch degenen die de scherpschutters er heen had gestuurd, bestraft, wegens ‘gebrek aan bewijs’. Het spreekt voor zich dat er op joodse demonstranten niet wordt geschoten, ook niet als dat erg agressieve kolonisten zijn. Toen er bij een demonstratie bij de muur een keer een joodse jongen werd verwond, was het excuus van de soldaat dat hij niet kon zien dat die joods was.
prima aanvullingen Anja. Over punt 1 heb je ook gelijk. Voor 1948 had men allang in de gaten wat het Zionistische plan was, en zijn er ook Palestijnse opstanden geweest o.a. in 1936, waar ook veel doden zijn gevallen. Ik denk dat het de hoop was van veel palestijnen dat de zionisten zouden vertrekken. Maar veel mensen zeggen nu dat 1948 het eind was van een proces dat begonnen is in de 20er jaren van de vorige eeuw. Toen kwamen er steeds meer Joden naar Israel, en werd ook langzaamaan duidelijk dat deze alleen maar uit waren op land. Ik kan het boek van Ilan Pappe echt aanbevelen, hij beschrijft prima hoe alles gepland is en de dorpen systeemmatig vernield zijn en de bevolking verdreven is. Groet