Dacht ik het niet. Het huwelijksgeluk van beide partners stijgt wanneer de man een beetje ‘vrouwelijker’ wordt, dat wil zeggen, dat hij meer zorg heeft voor zijn kinderen, zijn ziel en zaligheid niet alleen ophangt aan zijn baan, en wat meer zijn emoties kan uiten.
Vroeger, toen we dat ook al zeiden kreeg je daar nog schampere reacties op. En man die dweilt is toch niet sexy, zeiden ze. Waarop ik zei je hoeft toch niet met hem te vrijen terwijl hij dweilt? Lang is de mythe volgehouden dat echte vrouwen alleen vielen op van die echte mannen, niet van die watjes.
Cartoon uit de jaren zeventig. Sylvia wil een echte man. Heeft ze een echte man. Met veel borsthaar. Zwijgend zit hij op de bank een echte man te zijn. Volgende plaatje. Bank leeg. Vraagt een vriendin, wat heb je met hem gedaan, beviel hij niet? Hij verhaarde zo, zegt Sylvia.
Nog vroeger zeiden vrouwen dat ze een goede man hadden als hij niet dronk haar niet sloeg en als hij zijn salaris thuis afleverde. Tegenwoordig drinken vrouwen zelf, gaan na de eerste klap meteen naar Blijf van m’n Lijf en brengen zelf hun salaris thuis. Voor een modern huwelijk is het kostwinnerschap niet voldoende. Moderne vrouwen willen moderne mannen die ook emotioneel durven investeren in hun relatie.
Overigens stijgt het huwelijksgeluk ook als vrouwen buitenshuis werken. Want moderne mannen willen graag een partner die haar ‘mannelijke’ kanten ook een beetje heeft ontwikkeld. Daar heb je tenminste een gesprek mee.
(Naar aanleiding van bericht Volkskrant van vanochtend)
Nu wil ik niet pessimistisch zijn, en ook ik sta volledig achter dit stukje. Maar ik vind het heeeel jammer dat het uiten van emoties en zorg dragen voor de kinderen nog steeds als ‘vrouwelijk’ wordt bestempeld. Dit zou gemeengoed moeten zijn, en niet gendergebonden.
Daar ben ik het hééélemaal mee eens, Jan, en daarom zet ik de woorden ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’ nadrukkelijk tussen aanhalingstekens. Dat is conventie. Als vroeger mannen zeiden dat ze niet gebouwd waren op de zorg voor kinderen zei ik “hoezo, volgens mij doe je de zorg voor kinderen met één hart en twee handen, en niet met je … geslacht”. (Dat zei ik toen iets minder netjes)
Wat blijkt: mannen die gewoon van begin af aan voor hun baby zorgen ontwikkelen dezelfde (menselijke) band met hun kind en worden daar praktisch ook even handig in.
En ik heb de eigenschappen die ‘men’ ‘mannelijk’ vindt, ik werk hard, ik heb ambities, ik verdien mijn eigen geld nooit als wezensvreemd ervaren, en ook niet in strijd met de eigenschappen en activiteiten die ‘men’ vrouwelijk vindt.
Dus ik zal blij zijn als we die etiketten mannelijk en vrouwelijk als we gewoon menselijk bedoelen overbodig kunnen verklaren.
Ik vind mannen die meer zorg hebben voor de kinderen en vrouwen die buitenshuis werken niet vrouwelijker of mannelijker worden, maar menselijker.
Ik vind vrouwen die intelligent en zelfstandig zijn supersexy en geloof me, als een man er goed uit ziet is het ECHT wel sexy als hij aan het dweilen is! Denk eens aan al die spieren die in het werk gesteld moeten worden om de vlekken van de keukenvloer weg te schrobben!
Mannen die drinken en hun vrouw slaan, DAT zijn pas watjes.
Ik ben het wel met Jan eens. Ik had een poosje terug een discussie over iets soortgelijks op de Pabo. Het idee is daar nu dat je bijvoorbeeld de poppenhoek bij de kleuters geen poppenhoek meer mag noemen; het moet ‘huishoek’ worden omdat dat aantrekkelijker zou zijn voor jongens. Ik vraag mij af of dat niet de omgekeerde wereld is? Klink een beetje als: we noemen de keuken voortaan ‘het culinaire gedeelte van het huis’ om de mannen erin aan de slag te krijgen…
Ik pleit er dan ook voor de poppenhoek gewoon poppenhoek te laten blijven en het toch aantrekkelijk te maken voor jongens. Net als de keuken bij ons thuis ook op de dagen dat mijn man kookt gewoon keuken is gebleven. We moeten de volgende generatie als vanzelfsprekend meegeven dat zorgen niet gendergebonden is. Van mij mag mijn zoon zich al jong ontwikkelen tot een lieve poppenvader en het liefst vele jongens met hem. Dan kunnen we de volgende generatie meiden misschien wel een hoop gezeur besparen…
Daarmee ben ik het volledig eens, Jan Breur. Deze dingen als “vrouwelijk” bestempelen kan voor mannen onnodig remmend werken. Hier spelen strict genomen culturele, geen biologische factoren een rol. (Overigens hebben we ook allemaal zowel mannelijke als vrouwelijke hormonen, dus het leven is heel wat gecompliceerder dan die simpele tweedeling in geslachten).
Groot gelijk Jan, wat een onzin dat emoties gezien worden
als vrouwlijk, ik denk als we dat er los van gaan zien
dat er meer mannen zorg gaan dragen voor kids en het huishouden
normaal gaan vinden.
Wie zegt dat een man als hij dweilt niet sexy is? Probeer maar!
Okay, allemaal mooi, maar nu het volgende probleem:
ik hoorde vandaag het verhaal van een jongen van 21 die onlangs zijn ontslag heeft gekregen als kelner. Er was een klant die vond dat zijn eten niet snel genoeg kwam (kan een kelner wat aan doen) en door de zaak riep: “hee eikel, ja jij daar, waar blijft mijn vreten?” De jongen bleef heel kalm en beleefd – altijd heel kalm en beleefd blijven tegen klanten en ging de keuken manen tot enige spoed. Waarop de klant steeds grover werd. Tot de jongen er niet meer tegenkon, heel beheerst in de keuken ging zeggen dat hij echt even moest afkoelen en in de tuin een sigaretje ging roken omdat hij niet wilde dat ze zagen dat hij huilde.
Toen hij na een paar minuten weer aan het werk wilde gaan, kreeg hij op staande voet ontslag. Reden: hij was niet hard genoeg, “de kelners hier dienen net zo hard, zo niet harder, te zijn als mijn klanten.”
Dus nu heeft de jongen een probleem. Hij weet niet of hij dat kan, net zo hard zijn als de klanten. En of hij dat wel wil. Maar hij is wel zijn baan kwijt, waarin hij al zijn zorgzame gedrag kwijt kon.
Ik ken hem als een aardige, behulpzame, zorgende jongen, iemand die zijn emoties toelaat. Een heel prettig mens met oog voor anderen. Misschien heeft hij zelfs wel met poppen gespeeld vroeger, god weet. Maar wat ik wil zeggen: we kunnen onze jongenskinderen poppen geven om mee te spelen, maar zouden we niet eerst eens zorgen dat ze als zorgzame en zachte man in een maatschappij komen te functioneren, die een halt heeft toegeroepen aan alle verharding en agressie? Want deze maatschappij die zich in sneltreinvaart aan het ontwikkelen is (ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg) zit echt niet te wachten op watjes.
En ik kan er niets aan doen, Jan, maar ik denk dat wij vrouwen aan de bel moeten trekken.
Nu schijnt het wel zo te zijn dat mannen en vrouwen in het algemeen op een andere manier de dweil uitwringen: ze draaien hun handen net andersom. Een kleine steekproef onder 4 mannen en 3 vrouwen ondersteunde de bewering 100%. Probeer maar! (Maar ik kan niet zeggen dat ik de ‘mannelijke’ manier sexyer vond dan de ‘vrouwelijke’…)
Ruben
@ Amna:
Wat een onzin op die pabo, om de poppenhoek de huishoek te noemen! Toen ik op de kleuterschool zat, speelde ik lekker in de poppenhoek, en trok af en toe ook nog eens een jurk uit de verkleedkist.
Voor mij is er niets leukers dan met kinderen aan de haal gaan. Nou… misschien politiek, maar voor de rest: heerlijk om samen met een kind een puzzeltje te maken, of een balletje te trappen, of oorlogje te spelen, of te tutten, playbackshowtjes te doen, of tekenfilms kijken. Of te kleppen over van alles wat zo’n kleine bezighoudt (vaak veel interessanter dan die rare grote mensenwereld). Toch ben ik op en top man, en ik hoef geen vrouw te zijn om die dingen te kunnen. Alleen wel jammer dat je als man met een scheef oog wordt aangekeken als je genoegen schept in het omgaan met kinderen.
Na een middagje spelen bij een vriendinnetje kwam ik als kleuter thuis met de vraag: mama ik wil ook graag een opmaakpop, zo’n hoofd waar je make up op kunt smeren.
Lachend antwoordde zei: ‘Nee, dat is voor meisjes.’
Ze zal zich op haar hoofd gekrabd hebben toen ik thuiskwam van spelen met een ander vriendinnetje met de vraag: ‘Mama, mag ik een bikini?’
Opnieuw klonk het lachende antwoord: ‘Nee, dat is voor meisjes’.
Daar nam ik geen genoegen mee, ‘Maar waarom zij wel en ik niet!’
‘Omdat meisjes borsten hebben en jongens niet’
Ik: ‘maar zij heeft ook nog helemaal geen borsten!’
Moeder zuchtend: ‘Maar als ze later groot is wel!’
‘Nou, dan kan ik tot die tijd toch ook een bikini dragen!’
Hahahahaha wouter, wat een grappig verhaal!!
@claar (8)
Wat een verschrikkelijk verhaal zeg, dat iemand eerst wordt afgezeken; daar emotioneel van raakt (terecht) en vervolgens ook nog eens wordt ontslagen. Ik heb zelf ook een blauwe maandag in de horeca gewerkt, als afwashulp. De druk die er dan op je staat is niet voor de poes. Non-stop stressen.
Maar ik ben het met je eens dat de maatschappij te hard is. Nu ben ik zelf ook niet bepaald een softie. Ik heb een ijzerdik schild om mij heen gebouwd. Ben zeer stootbestendig. Dat moeten wij ook aan onze kinderen meegeven: voedt ze op als sociale, weerbare wezens. En wat de maatschappij betreft: zo lang we ons best blijven doen, en erin blijven geloven komt het wel goed. Het komt niet vanzelf, maar het komt.
Wat die jongen, en vele andere jongens betreft: om hun behoefte zorgzaam te zijn te kunnen bevredigen (gelukkig bestaat die behoefte nog), zijn ze niet veroordeeld tot de horeca.
Het onderwijs, maar vooral ook de zorg en hulpverlening staan te springen om zorgzame jongens. Hier wordt de gevoeligheid wel op waarde geschat en hebben de “klanten” waardering voor de inzet; inplaats van mopperen waar het eten blijft.
Ik zeg natuurlijk niet: “Hij moet zich maar omscholen en de zorg ingaan.” Die keuze is geheel aan hemzelf.
Wat ik wel zeg, is dat de zorg een heleboel zorgzame jongens goed kan gebruiken.
In feite geef je in je antwoord aan, Jan, dat je je erbij hebt neergelegd dat de maatschappij verhardt en dat een klant zo’n jongen zo afzeikt. Je adviseert dat zo’n jongen zich maar moet omscholen. Maar dat is toch geen oplossing voor het probleem Jan?
Als ik daar ook had gezeten als klant, had ik er wat van gezegd – hetzij tegen de klant in kwestie zelf, hetzij tegen de eigenaar van de zaak. Dat heb ik al eerder gedaan en zal ik als de situatie zich voordoet, onmiddellijk weer doen. En dat zouden we dus echt allemaal moeten doen, want anders verandert er nooit iets.
Want daar gaat het om: dat zo’n jongen die geknipt is voor de horeca en daar een opleiding voor heeft doorlopen, er plezier in heeft, loyaal is aan zijn werkgever en zich het vuur uit zijn sloffen loopt, niet op 21-jarige leeftijd al verteld wordt dat hij ongeschikt is voor zijn vak. En feitelijk gedwongen wordt zich maar om te scholen. Omdat iemand die hij volkomen correct bediend heeft, zich eventjes meent te mogen permitteren zo’n jongen ongelooflijk onbeschoft te behandelen en daarbij door niemand wordt gecorrigeerd. Zo’n man doet dat de volgende keer dus gewoon weer.
Maar daardoor is wel een aardige goedwillende jongen zijn baan en toekomstperspectief kwijt.
Claar die jongen kan toch ook ergens anders solliciteren? Een café of restaurant waar wel een vriendelijk personeelsbeleid wordt gehanteerd? Er zullen vast mensen zijn die zijn kwaliteiten wel zullen waarderen.
Niet in zijn eigen woonplaats, Imad. Want de plaatselijke horecavereniging heeft een lijst van mensen die ergens eruit zijn gekieperd. Die komen er elders dus ook niet meer in.
Dat is overigens niet alleen hier zo, elders bestaan die lijsten ook. Dat heeft te maken met het feit dat men op warme dagen snel veel extra terraspersoneel moet kunnen inzetten en dus met lijsten van ‘goeden’ en ‘minder goeden’ werkt.
Droevig maar waar.
@ Claar. Ook naar voor die jongen. Ik vind juist dat hij heel professioneel heeft gehandeld. Even uit het zicht van de klant tot zichzelf komen. Hij had het bord ook op de man zijn schoot kunne kieperen. Ik beun op het moment wat bij in de horeca, en klanten kunnen heel leuk, maar ook ongelooflijk onbeschoft zijn. En wat nou ‘even hard als de klanten’? Dat ik jou je voeder breng wil nog niet zeggen dat je me niet dezelfde beleefdheid verzschuldigd bent als aan je tafelgenoten. Gelukkig denkt mijn manager er ook zo over.
@ claar
Ik zeg helemaal niet dat die jongen “zich maar moet” omscholen, ik zeg alleen maar dat er een plek in de maatschappij is die gevoeligheid wel op waarde weet te schatten.
Ik ben het met je eens dat we geen genoegen moeten nemen met de afzeikmaatschappij. Niet voor niets ben ik een fervent bezoeker van dit log en een groot aanhanger van Anja’s “anti-afzeikbeleid”.
Ik zat op koninginnedag bij mijn favoriete shoarmatent. Ongekende drukte. “Meneer Aladin” en zijn personeel liepen zich echt uit de naad te werken, maar eten is nou eenmaal niet sneller klaar dan dat het klaar is. Het duurde wel een uur voordat we ons broodje kregen. Maar, nog altijd werden we met dezelfde hoffelijke egards behandeld als altijd.
Een paar tafeltjes verderop zat een brallerig type à la Henk Jan Smits. Ook hij moest lang op zijn eten wachten. Het was nou eenmaal druk. En terwijl het personeel onverminderd vriendelijk was, en echt keihard hun best deden om al dat eten op de tafels te krijgen, begon het heerschap zich te irriteren – en deze irritaties te uiten. Onterecht, en op een werkelijk onheuze manier. Racistisch taalgebruik. “Het is ook altijd hetzelfde met die buitenlanders.”
Toen we ons eten kregen, met de hartelijke excuses dat het zo lang duurde, zei ik hopelijk hard genoeg dat het brallerige heerschap het kon horen: “Maakt niet uit joh. Het is druk, we begrijpen het.”
Een volgende keer pak ik het minder subtiel aan, en zal ik op zo’n type afstappen.
Maar, me neerleggen bij deze verhardende maatschappij zal ik voorlopig nog niet doen. Ik ben nog te jong om me klakkeloos bij dingen neer te leggen, en ik hoop dat ik dat blijf tot ik oud ben.