Ik was gevraagd om een rondje mee te lopen in een paar van de afdelingen – waar in deze tijd de nieuwe SPkrant, Zo, huis aan huis wordt verspreid. En niet alleen om de krant te bezorgen, ook om de buurtbewoners te vragen naar hun ervaringen, is het goed wonen in hun wijk, valt er wat te verbeteren?
Dus ging ik zondag mee met een ploegje partijgenoten, door een nieuwe wijk in Den Haag, vier mannen, waaronder voorzitter Daan, en Paulus die met zijn busje zorgde voor de aanvoer van kranten en koffie, koekjes en appels, twee vrouwen en een hondje. Ik ben niet zo’n held in aanbellen bij mensen, ik heb er zelf een bloedhekel aan als er bij mij wordt aangebeld, dus mocht Daan voor me uit, en liep ik daar gedienstig achteraan. Maar eerlijk: het viel niet tegen, er waren toch veel mensen bereid om een gesprek over de buurt te beginnen, en zo kom je op een middag veel te weten.
Aanbellen. Wachten of er iemand thuis is en iemand open wil doen. Altijd een verrassing. Krant aanbieden. Sommige mensen deden meteen de deur weer dicht: nee hoor, bedankt. Anderen pakten de krant aan, en dan werd het spannend. Mogen we een paar vragen stellen? We willen graag weten of u hier naar tevredenheid woont. Is het een leuke buurt? Valt er nog wat te verbeteren? Ik vond het opvallend hoeveel mensen eenmaal aan de praat graag wilden vertellen wat ze wel en niet beviel aan hun wijk. En hoeveel vriendelijker ze al keken na afloop.
Eerst door een paar straten met koopwoningen. Veel mensen die uit andere wijken naar deze ruimere woningen waren gekomen, en een heel gemengde bevolking, aan kleur en achternamen en accenten te merken. Er stonden nog opmerkelijk veel woningen te koop – vooral omdat het wel een eind van de stad vandaan is, hoorden we. Maar de meeste mensen die we spraken waren tevreden over hun wijk, het winkelcentrum vlak bij, ruimte voor kinderen, parkeerplaatsen zat. Probleem nummer 1 was de overlast van een groep jongeren, vooral bij het winkelcentrum, maar sinds de politie daar meer bovenop zat, en er een samenscholingsverbod was ingesteld, leek het ergste leed al weer geleden. Waar die jongeren vandaan kwamen? Dan moesten we maar eens een paar straten verderop gaan kijken, bij de huurwoningen. Dan waren er nog mensen die bang waren dat er een helicopterhaven naast de buurt zou komen, en dat maakt een pokkenherrie, wisten ze al. Voorlopig was het nog van de baan, maar als er een nieuw voorstel zou komen, dan was een flink deel van de mensen die we spraken bereid om er actie tegen te voeren. Daan noteerde namen en adressen.
Hondenpoep, was een punt. Aan het geblaf te horen achter de deuren als we aanbelden had zowat iedereen in de buurt wel een hond. En er waren nog steeds mensen die de drollen niet opruimden. Dat begon in de zon dan te stinken, en als ze in het gras poepten was het ook nog heel vies voor de kinderen die daar speelden. Kon daar nou niet eens een beetje meer toezicht op komen? Verder was de buurt echt brandschoon.
Of het er leuk wonen was? Nou, het was niet een buurt met veel sociale omgang. In de zomer trof je elkaar nog wel eens in de tuinen achterin, maar in de winter ging iedereen zijn eigen gang. “We werken alletwee, we komen na ons werk thuis, we bemoeien ons niet zo met de buren”, hoorden we. Een paar mensen, die uit een van de oude wijken kwamen waar altijd al meer onderlinge omgang was vonden het wel saai, “je kunt hier op straat dood omvallen en niemand kijkt naar je”, zei een vrouw. Saai was het sowieso wel een beetje. Behalve het winkelcentrum weinig vertier, al hadden de kinderen ruime speelplaatsen en was er ook een voetbalveld. De markt stelde ook al weinig voor. Vijf kraampjes. Voor kleine kinderen prima, voor de jongeren die zelfstandig de hort op konden ook, die gingen naar Delft, voor de tussenleeftijd, juist die van de hangjongeren, was er niet veel. “Hoewel”, zei een vrouw, “waarom kunnen ze zichzelf niet een beetje vermaken, dat hadden wij vroeger toch ook niet?”
Op naar de straten met de huurwoningen. Aanzienlijk bescheidener huisjes, met veel oranje versiering. Opvallend hoeveel werk iedereen maakte van de tuintjes, er was geen huis zonder planten, tuinkabouters, zitjes, fonteintjes, iedereen zijn eigen originele aankleding. We zagen weinig van de symptomen van bewoners die het op hadden gegeven, geen rotzooi in de tuintjes en voor de deur, geen vuilniszakken en oud roest. Best een gezellige buurt. Maar hier waren veel mensen al wat minder toeschietelijk voor een praatje. Ik dacht dat het kwam omdat dit het deel van de buurt was waar die lastige jongens vandaan kwamen, en de bewoners zich al genoeg aangekeken voelden, alsof ze allemaal Tokkies waren. “Wij hebben hier geen problemen en als we ze hebben lossen we die zelf wel op”, klonk het nogal eens defensief. Een man zei openhartig: “ja jullie komen hier wel in het holst van de leeuw. Nee, wij hebben hier geen problemen met die jongeren, want in hun eigen straat kijken ze wel uit, als ze rotzooi willen schoppen doen ze het bij het winkelcentrum”. Een mevrouw, SP-stemster, vertelde dat er veel meer ellende achter de voordeur zat dan je aan de buitenkant kon zien. De huren waren verhoogd, veel mensen konden dat niet meer betalen, dat gaf ook spanningen in de gezinnen, er waren veel echtscheidingen, en veel mensen met schulden. “Maar vergis je niet”, zei ze, “dat is bij die koopwoningen ook zo. Daar heb je ook twee salarissen nodig om de hypotheek te kunnen betalen”. Een echtpaar was net bezig hun tuintje geheel vol te leggen met tegels – die hadden geen behoefte aan planten. “We werken alletwee, we wonen hier alleen maar”, zeiden ze. Leuk wonen verder? “Nou kijk”, zei de man, “je ziet het: onze deur stond open. Hier in de buurt kan dat nog.”
Ik vond het een welbestede zondag. En leuk om de Haagse afdeling een beetje te leren kennen. En te zien hoe je toch heel snel een beeld kon krijgen van een buurt. En verder kennis gemaakt met het leukste hondje van Den Haag.
En met de mooiste ogen.
Goh,
Word je gevraagd te komen buurten in de buurt in Den Haag, geef je daar gehoor aan, maak je een verslag met wederom prachtige foto’s en scoor je daarmee nul punten…
Bizar.
Maar weet je, Anja, dat gaan we aanpakken! (Trust me.)
Nul punten? Scoren?
Ik heb er erge leuke reacties op gehad, maar niet iedereen doet dat op het weblog.
O ja, dat kan natuurlijk ook nog. Sorry. Waar bemoei ik me trouwens ook mee…?
Met (geen) ‘punten scoren’ bedoelde ik overigens niks lulligs, hoor. Ik had vermoedelijk wat last van EK-koorts.
Geef nie.
Ik ken wel meer mensen die een beetje gek zijn geworden.