Tussentijds bericht.
Het gaat goed, maar langzaam met mijn boek (over vrouwen, mannen en feminisme). Ik ben nog maar bij hoofdstuk 6 en het moeten er zo’n 12 worden. De reden is leuk: ik kom onderweg van alles tegen dat mijn aandacht opeist, boeken die me opnieuw aan het denken zetten, en me vaak inspireren om wat ik al geschreven heb net nog wat anders te formuleren.
Zo heb ik met veel plezier de boeken van Sarah Blaffer Hrdy gelezen, Moederschap is prachtig. Het gaat over dieren, en de vraag in hoeverre wij mensen door evolutionaire motieven worden bewogen.
(Rechts Frans de Waal)
Moraal was er eerder dan God, zegt hij. Maar met atheïsten heeft hij, van huis uit katholiek maar niet langer gelovig, ook een appeltje te schillen. Hij ziet bij veel atheisten net zo’n dogmatische zendelingendrang als bij dogmatische gelovigen: alsof alleen de inhoud wordt ingewisseld maar het dogma blijft. Seriële dogmatici noemt hij hen. En of wetenschap en geloof elkaar in de weg zitten, alleen bij ernstige dogmatici. Zelfs bij het Vaticaan wijzen ze de evolutieleer niet af. En je hebt onder wetenschappers ook lui die zo hangen aan hun eigen gelijk dat ze niet meer open staan voor feiten die hun opvattingen tegenspreken. Wetenschap gaat prat op rationaliteit, maar is in feite nogal eens erg gelovig.
Erg inspirerend, dat boek: De bonobo en de tien geboden. Aangeraden voor gelovigen en ongelovigen, christenen en wetenschappers, en chimpanseefielen en bobobofielen.
En nu weer aan het werk.