Ja, dat was een verrassing. Toen een collega van een andere partij in de Eerste Kamer naar ons toe kwam en zei dat Jan Marijnissen net begonnen was aan een persconferentie waarbij hij zijn aftreden als fractievoorzitter van de SP aankondigde dacht ik doe niet zo mal, dat zouden wij dan toch wel weten. Maar het was dus waar. Tiny Kox had die ochtend nog gepraat met een verslaggeefster van de Volkskrant en gezegd – want die vraag kwam natuurlijk wel vaker – hij kan beslissen om er nog tien jaar mee door te gaan en hij kan er ook morgen mee ophouden. Dat was dus niet morgen maar vandaag.
Even was ik kwaad, waarom wisten wij dit niet, later, na de uitleg, begreep ik het wel. Dit was een beslissing die niemand anders voor hem had kunnen nemen, en tenzij je door de partij naar huis gestuurd wordt, en dat zat er voor Jan zeker niet in, kun je zo’n beslissing ook niet democratisch nemen. En dat hij het maar een paar mensen verteld had was ook niet voor niks: het zou zeker uitgelekt zijn, en dan was hij de regie kwijt geweest. Meteen na het nieuws begonnen al onze mobieltjes te piepen en te rinkelen.
Maar we wisten het ook wel, eigenlijk. Er lag al heel veel jaren een zware last op Jan’s schouders. Het is niet niks wat hij deed. Balkenende zei: “hij wist de SP een eigen gezicht te geven”. En dat is nog een onderschatting. Het is de vraag of de SP er zou zijn geweest, en zo ver zou zijn gekomen zonder Jan Marijnissen. En je hoeft het niet eens altijd met hem eens te zijn geweest om te beseffen wat dat betekent. Zijn hart en zijn rug speelden op, en dat was ook niet voor niks. En dus is het goed dat hij nu de beslissing neemt, op een goed moment, niet vlak na de verkiezing, ook niet vlak ervoor, nog een paar weken voor het reces zodat er een fractievoorzitter gekozen kan worden, met de zomer om bij te komen van de schrik en na te denken over hoe verder. We zijn hem nog niet kwijt, hij gaat de tijd krijgen om meer te lezen, na te denken, en bij te dragen aan waar de SP heen wil.
Maar volgende verkiezingen is het niet zijn kale kop die op alle affiches zal staan, en dat wordt wennen. Of we bang zijn over hoe het verder gaat met de partij? Nee. Jan was absoluut het belangrijkste gezicht naar buiten, maar binnenskamers was het altijd al teamwerk, dat wist Jan en dat wisten wij. Toen hij maandenlang geveld was door zijn rug bleef de partij tot ieders opluchting gewoon door functioneren – en toen hij ons daar allemaal een compliment over maakte op een partijraad en wij hard applaudiseerden zei hij als grap: nou, zo hard hoeven jullie nou ook weer niet te klappen dat jullie het best zonder mij kunnen.
Nee, dit wordt geen begrafenisrede, gelukkig niet. Het wordt ook geen afscheid, niet voor ons. Maar dat we hem als fractievoorzitter zullen missen, en als lijsttrekker, en dat de SP een tijdperk achter zich laat dat nooit meer terug komt, absoluut.
(Jan Marijnissen bij het afscheid van Marga van Broekhoven, jarenlang penningmeester)
Volkskrant, hier
Zie hier zijn speech op de persconferentie.
Reacties van politiek Den Haag, hier.
Lieve meisjes en jongens van de SP. Dat wordt hard werken nu een vertrouwd gezicht verdwijnt. En Jan, vraag iedereen die je wilt helpen bij dat onderzoek over vergrijzing en globalisering. with love,
Voorspelling 2010:
Wie had toen (2008)kunnen denken dat hij nu de minister-president van ons land zou worden!
Het vertrouwde gezicht verdwijnt niet, het is alleen geen fractievoorzitter meer. Jan is nog steeds Kamerlid én partijvoorzitter. Prettige bijkomstigheid vind ik dat die twee functies nu niet meer bij één persoon berusten.
Natuurlijk is Jan een icoon en zijn invloed op de ontwikkeling van de SP was enorm, maar de SP is niet alleen “de partij van Jan Marijnissen” zoals de kranten nu schrijven. Daar in het land waar actieve leden met bewoners acties voeren voor het behoud van woningen, buslijnen of het zwembad, kennen mensen ook andere SP’ers.
Fijn dat Jan nu aan zichzelf denkt – veel SP’ers hebben de neiging beter voor anderen te zorgen dan voor zichzelf – fijn dat er geoie opvolging is. Dank u, we redden het wel. 😉
Erg met je eens, Christine.
En als er nou één kritiekpunt was wat ik had op de oude garde, was het een socialistische partijcultuur waarbij je kapot werken voor de mensheid haast tot norm werd verheven. Jan geeft dus nu het goede voorbeeld: elk mens heeft grenzen.