De Crusoë factor

Te gast: Abdulwahid van Bommel met een recente Nieuwsbrief.
Lang, veel actuele onderwerpen, erg de moeite waard.

Volgens de kranten is Nederland te klein voor migranten en asielzoekers die Nederland op de wereldkaart ontdekken. Mevrouw Magan gaat aan de slag bij het American Enterprise Institute (AEI) een conservatieve denktank in Washington. Kleiner, kleinzieliger en kleinrechtser kan bijna niet.
Lees verder

Racisme, jawel

Het Parool heeft het als eerste op de voorpagina. Voor mensen in ‘het veld’ geen verrassing, maar nu wel onderbouwd met een representatieve steekproef, gedaan door onderzoeksbureau Motivaction. Wat ik al dacht: het valt niet mee.

Ruim een kwart van de Nederlanders is zeer negatief over allochtonen. Tien procent is zelfs uitgesproken racistisch. De helft van de Nederlanders is zeer negatief over de islam: zij zijn bang voor de invloed van moslims op onze samenleving en keuren de islam af. Die religie staat niet voor vrede, zegt 43 procent en volgens 63 procent is de islam onverenigbaar met het moderne leven in Europa.
Lees verder

Voltaire

Het was, ik meen in 2002. Mijn toenmalige uitgever, bij wie ik ook niet lang meer zou blijven, was betrokken bij een programma dat in De Balie zou plaatsvinden onder de titel: Heeft de islam een Voltaire nodig?, en hij had mij bij mijn afwezigheid maar vast opgegeven als spreekster, ‘want dat zul jij wel leuk vinden’. Dat vond ik niet leuk. Behalve dat ik echt geen tijd had om Voltaire te gaan lezen vond ik de stelling bespottelijk. Wie was ik als niet-moslim om te gaan bepalen wat de islam nodig had, waarom nodigden ze hen daar niet zelf voor uit? En waarom Voltaire, als de islam een rijke traditie heeft met grote denkers en er ook in deze tijden verlichte en geleerde moslims te vinden zijn, die van binnen uit werken aan een bij de tijdse islam? Ik zei dus nee. En ging ook niet. En was er daarom niet bij toen Hirsi Ali haar debuut maakte met haar specifieke verlichtingsideologie, ‘ Gun ons een Voltaire’, waarna ze niet meer uit de media weg te slaan was met het thema Verlichting mooi versus islam lelijk. En we daar nog jaren lang last van zouden hebben.
Lees verder

Inburgering

Na drie jaar getouwtrek moet Verdonk nu eindelijk met een wetsvoorstel voor de inburgering komen, wil ze de invoeringsdatum van 1 januari 2007 nog halen. Ik herinner me het debat met Verdonk nog in de Eerste Kamer, waarbij ze de inburgeringstest ook voor de oudere mensen, de echte ‘gastarbeiders’ verplicht wilde stellen. Toen ik haar vroeg waarom in godsnaam, gezien het feit dat het gaat om mensen die al arbeidsongeschikt of gepensioneerd zijn, en geen enkele kans meer maken op de arbeidsmarkt zei ze dat het toch leuk zou zijn voor de kleinkinderen als opa beter Nederlands spreekt. Of opa niet beter zijn kleinkinderen kan vragen of ze daar behoefte aan hebben, en of het geld van de cursus niet beter besteed zou kunnen worden, je kunt daar een grote familie een geheel jaar ruimschoots van in de kleren steken, dat was natuurlijk niet het punt.
Lees verder

Dagboek 9 mei 2006

Na het mei-reces vandaag weer Eerste Kamer. Geen werkgroep buitenland, want nu heeft de Tweede Kamer weer reces.

Gisteren voorbereiding. Vandaag bespreken we maar één wet, de Toeslagenwet, die inhoudt dat de toeslagen voor in het buitenland wonende mensen die recht hebben op een arbeidsongeschikten- of ziektewetuitkering naar nul wil terugbrengen. Die wet is in de Tweede Kamer als hamerstuk, dus zonder discussie, aangenomen. Maar onze onvolprezen collega in de senaat Westerveld, die altijd met een vlooienkam de details doorneemt die de TK in de hectiek over het hoofd ziet, vraagt zich af of dit wetsvoorstel wel in overeenstemming te brengen is met onder andere de Europese verdragen. De discussie zal wel voornamelijk zijn tussen staatssecretaris Van Hoof en Mies. Ik heb maar vijf minuten spreektijd aangevraagd en zal uit de losse pols reageren.
Lees verder

De verbazing van Simon Kuper

Deze week verscheen zijn boek: Retourtjes Nederland. Simon Kuper, Nederlandwatcher, Engelsman wonende in Parijs, zoon van joodse Zuid-Afrikaanse ouders geboren in Oeganda, woonde van zijn zesde tot zijn zestiende met zijn ouders in Nederland. Ik heb zijn ouders wel eens ontmoet, ken zijn oom de uitgever uit Londen die ik weer tegenkwam bij de muur in Kalkiliya en op een conferentie in Jeruzalem – ik had nog niet door dat het jongetje van toen een man is al had ik dat kunnen weten. Kuper, die zichzelf een beroepsallochtoon noemt, schreef een boek over een land in beweging; Nederland. Uit verbazing. Omdat hij het tolerante land van zijn jeugd in de jaren negentig niet meer herkende. Nog steeds zijn zijn beste vrienden Nederlanders, en zit hij graag met ze in Nederlandse cafes – maar we krijgen het flink voor onze kiezen.
Lees verder