Dagboek 3 januari 2006

Even tussendoor: dus Bos zou toch niet gezegd hebben dat hij met het CDA wil regeren. Is kennelijk niet goed gevallen en nu moet er worden hersteld, zo had hij het niet bedoeld. Protest is er ook al publiekelijk, van de Jonge Socialisten in de PvdA. “Bos moet daarom verder kijken dan zijn neus lang is en bij een meerderheid van links in mei 2007 de unieke kans grijpen het roer om te gooien”. Bos waarschuwt ons alvast, mocht het tot samenwerking komen dan moeten wij (SP en GroenLinks) daar grondig over nadenken, want als kleine partners in een linkse coalitie moeten wij grotere offers brengen dan de PvdA. Fijn van Bos dat hij ons nog even vertelt dat we na moeten denken, want zonder zijn advies denken we natuurlijk nooit na, en of we wel even tot ons door willen laten dringen dat hij groot is en wij klein, dus dat hij de baas blijft en wij in moeten schikken. Tjonge, dat wisten we nog niet. Wat een toontje, Wouter!
Lees verder

Dagboek 2 januari 2006

Zo. De champagne en de late uren en een overdosis sociaal contact weer te boven. We kunnen weer verder.
Remco Campert in de Volkskrant: het is een illusie om te denken dat je door een willekeurige streep in de tijd te zetten de ongemakken van het voorbije jaar van je af kunt schudden. Mee eens. Maar naast minder willekeurige strepen in de tijd als 2 november en 11/9 kan het geen kwaad een willekeurige streep te gebruiken voor terugblik en goede voornemens en beste wensen – waarom niet.
Lees verder

Bangmakerij


(Volkskrant, Zak)

De anti-terreur campagne. Een postercampagne om ons ‘waakzaam’ te maken. Of bang? Wat is eigenlijk de bedoeling? Reizend publiek moet opletten, maar opletten op wat eigenlijk? Op wat er verdacht uitziet, ja. Maar we weten ook dat veel Nederlanders denken dat iedereen die een baard draagt en een gehaakt mutsje of een hoofddoek er verdacht uitziet, vooral als ze ‘schichtig’ kijken wat ik ook zou doen als de nette burgers wantrouwig naar me zaten te loeren.
Lees verder

Nog eens Armstrong

Interview met Karen Armstrong in de zaterdag NRC (vorige week). Ze verzet zich erg tegen de huidige westerse neiging om alle problemen met terrorisme of migranten terug te brengen tot godsdienst. En wat moeilijk, ook in het interview zelf, om dat standpunt door te laten dringen. Het is ook zo simpel om te kunnen zeggen: dat is nu eenmaal de islam. Armstrong maakt een geestige vergelijking: natuurlijk kan godsdienst misbruikt worden. Het is net als met seks, Dat gaat over voortplanting, tederheid, liefde, maar seks kan ook op een perverse, wrede manier gebruikt worden, als pornografie, pedofilie, soms met dodelijke gevolgen. Dat betekent dat we niet seks moeten vrezen maar het misbruik ervan. “Je hebt slechte godsdienst, zoals je slechte seks hebt en slechte kunst.”
Lees verder

Kerk en staat

Als mensen zeggen: religie prima, als je dat maar thuis doet (en je er mij niet mee lastig valt) vind ik dat wel geestig. Alsof iemand tegen me zegt: je mag best socialist zijn hoor, als ik er maar niks van merk – socialist ben je maar thuis. Dat kan natuurlijk niet. Wat ik geloof werkt natuurlijk door in alles wat ik doe. Een wezenskenmerk van de grote godsdiensten is nu juist dat die niet alleen gaan over de relatie van mens tot God, maar ook wat te zeggen hebben over de relaties tussen mensen onderling – al zijn er ook mensen die religie alleen maar zien als hun allerindividueelste relatie met het hogere. Een vraag als: ben ik mijn broeders hoeder, of een uitspraak als: heb je naaste lief die is als jij, of heb de vreemdeling lief, want ook gij zijt een vreemdeling geweest in Egypte, zijn wezenlijk sociale, om niet te zeggen politieke uitspraken, die dwars staan op het neoliberalisme, het verlichtingsfundamentalisme en het vrijemarktgeloof, en we vinden equivalenten daarvan ook in de islam. Voor gelovigen die ook de sociale kant van hun religie ervaren is die mededeling, dat doe je maar thuis, nogal absurd. Hang je hoofd maar aan de kapstok, laat je hart thuis. Kijk niet om je heen. Zie niets.
Lees verder

De ’toon’ van Hirsi Ali

Brief van Mohammed Benzakour aan de redactie van Buitenhof.

De ‘toon’ van Hirsi Ali?

In het politiek discussie programma Buitenhof was afgelopen zondag oud-commissaris Frits Bolkestein te gast. Hij kreeg alle gelegenheid zich op te werpen voor zijn protégee Ayaan Hirsi Ali – dit naar aanleiding van het ‘dorpspomp’- geschil met grand old man Hans Wiegel. De kernboodschap van Bolkestein was dat men in Nederland – waaronder Wiegel – te vaak kissebist over de ‘toon’, hetgeen getuigt van een gebrek aan inhoudelijke argumenten. Helaas is gespreksleider Peter van Inge hier niet goed op ingegaan. Want natuurlijk richt de kernkritiek op Hirsi Ali zich niet op haar toonhoogte (ofschoon het natuurlijk de toon is die de muziek maakt), maar juist op zeer wezenlijke zaken.
Lees verder

Debattle Rotterdam

Een debat over integreren, in Rotterdam, georganiseerd door de SP.
Niet heel veel mensen in de zaal, maar wel een hele interessante mix, net als het panel trouwens, waar ik in zat. Ronald was ziek geworden, Bob ter Haar nam het voorzitterschap over en deed dat prachtig. Fikse onderwerpen: wat willen we met het onderwijs, hoe zit het met discriminatie in het werk, wat doen we met de mix in de buurt, en hoe gaat het met het deurbeleid in het uitgaansleven voor jongeren?
Lees verder

De bergen van Chaouan

Een verhaal van Salima. Ik vroeg haar een keer of ze een verhaal over haar moeder wilde schrijven. Hier is het. Ik vind het prachtig. Anja

De bergen van Chaouan

Mijn zoete jeugd herinneringen bestaan vooral uit sprookjes. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Vaak vertelde onze moeder ons sprookjes, vlak voor het slapen gaan. Daar zaten we dan, wij gedrieën, ik en mijn twee jongere broertjes ademloos te luisteren in onze bed, naar het sprookje dat onze moeder ons die dag zou vertellen. Van grappige tot zeer droevige sprookjes, van Aicha Rmida (assepoester) tot de verhaaltjes van de wijze egel. Ik weet eigenlijk niet waar mijn moeder deze sprookjes precies vandaan haalde. Dat doet er ook niet toe denk ik, maar deze sprookjessessies met onze moeder waren zeker een van de hoogtepunten van mijn jonge jaren. Het vertellen van verhalen heeft mijn moeder altijd wel gedaan. Verhalen over haar jeugd in Chaouan en Tetouan, verhalen over mijn overgrootopa, verhalen over mijn mythische voorouders, ga zo maar door. Zoals veel Marokkaanse kinderen hadden wij toen weinig speelgoed, we waren dus vaak aan het tekenen. Mijn moeder maakte dan zo’n poppetje voor ons, het enige dat ze goed kon tekenen. Mijn beide ouders zijn vroeg uit school gegaan, dus hun tekeningen zijn zo naïef als een kind van negen. Het is eigenlijk best grappig. Mijn vaders tekeningen lijken veel weg te hebben van die oergrottekeningen van twintigduizend jaar geleden!
Lees verder