Gaza, dinsdag 16 september

Gazasept14(110of 1)

Dinsdag. Onze laatste dag, we hebben een paar uur voor we de weg terug afleggen, door Erez, door Ben Gurion. Om nog wat te kunnen filmen van het werk van de PMRS gaan we mee in de bus die zo’n kleine vierkante mobiele kliniek trekt. We gaan naar een van de noordelijkste plekken in Gaza – je kunt vandaar de grens met Israël zien.
Lees verder

Gaza, maandag 15 september

Gazasept14(76of 1)

Dag twee. We hebben afgesproken om bij onze oude vrienden langs te gaan van het NCCR. We werken niet meer met hen samen, maar dat wil niet zeggen dat we niet ontzettend met ze meegeleefd hebben. We worden omarmd door mensen die we al jaren kennen, maar ook nieuwe medewerkers geven ons een hand. Er zitten vijf en dertig mensen op ons te wachten. Ik vertel ze hoe erg we het vinden wat er met hen gebeurd is, en hoe machteloos we ons voelen dat we ondanks al ons protest niet hebben tegen kunnen houden dat ze opnieuw een verschrikkelijke en onrechtvaardige aanval over zich heen hebben gekregen. Ik kijk naar de gezichten, ik heb ze nog nooit zo aangeslagen gezien.
Lees verder

Gaza, zondag 14 september

Gazasept14(16of 1)

Maha stond al aan de andere kant op ons te wachten, met de Palestijnse vergunningen om Gaza in te mogen. Maha Elbanna hebben we gedurende de oorlog vaak op TV kunnen zien met een helm op haar hoofd. Nu is ze weer de coördinator voor de buitenlandse connecties van onze partner in Gaza, het PMRS – Palestinian Medical Relief Society. We gaan meteen op weg om met haar te gaan kijken wat het PMRS doet, in deze zware tijd meteen na de oorlog.
Lees verder

Gaza gaat kapot

Gazasept14(11of 1)

Terug in Nederland, om mijn berichten te schrijven over het bezoek aan Gaza, dat wij van Stichting Kifaia daar brachten. Als condoleantiebezoek, eigenlijk, buiten onze vaste planning om. We wilden zo snel mogelijk na de laatste gruwelijke aanval op Gaza naar ze toe, om bij ze te zijn, te laten zien dat we hebben meegeleefd, dat we ze niet zijn vergeten. Om te kijken wat ze nodig hebben, wat we kunnen doen.
Lees verder

Dibi doet het niet meer

Tofik
(foto Tofik Dibi, enige jaren terug.)

In ‘Met twee maten meten’ had ik het over het artikel in De Groene waarin Margalith Kleijwegt van Tofik Dibi en nog andere moslims eistte dat die zich ogenblikkelijk van de tweet van Yasmina Haifi zou distantiëren, omdat ze anders geen vertrouwen meer zou hebben in de toekomst. (Zie hier) Alweer een moslim die moet bewijzen dat hij te vertrouwen is omdat een andere moslim iets zegt dat Kleijwegt niet bevalt. Deze week geeft Dibi haar antwoord in De Groene. Helaas niet on line te lezen. Perfect antwoord, dat iedereen zo over kan nemen.
Lees verder

Nog eens: een land voor joden en moslims

felix-1.jpg
(Felix Mendelssohn)

Een paar jaar geleden begon het te spoken: extra spanningen in Nederland tussen Nederlandse joden en Nederlandse moslims. Waarbij je helaas kunt zien dat veel van diegenen die vooral de angst oproepen voor het ‘nieuwe antisemitisme’ tegelijk blijk geven van een stevige islamofobie. Alsof antisemitisme bestreden moet worden het het bestrijden van moslims. Alsof een vorm van racisme inruilen voor een andere van Nederland een land maakt waarin iedereen zich geborgen en ’thuis’ kan voelen. Een paar jaar geleden schreef ik al een van mijn lange stukken over de vraag of er een land kan zijn waar joden en moslims zich thuis kunnen voelen, en waar dat land dan aan moet voldoen. Ik haak daarbij aan bij een belangrijk denker, Steven Beller, die een prachtig boekje schreef over antisemitisme. Ik kom daar zeker nog op terug. Maar dit alvast:

Lees verder

Met twee maten meten. De Groene en het antisemitisme

Jews

(Bijgewerkte en gecorrigeerde versie, van meer links voorzien, 8 september 2014)

Een ongemakkelijke ontmoeting

Eens bezocht Margalith Kleijwegt, die veel schreef over ‘allochtone’ gezinnen in Nederland, een moeder in Amsterdam-West. Het was een ongemakkelijk samenzijn aan de keukentafel, hoewel de vrouw haar beleefd nog een kopje thee inschonk. Kleijwegts ongemak kwam voort uit de glazige blik waarmee de vrouw haar aankeek toen ze vroeg naar de oorlog. ‘Het leek of ik haar overhoorde over een onderwerp waar ze niets van wist. Ze had geen idee, niet welke oorlog het was, laat staan wanneer die had plaatsgevonden of wat er op het spel had gestaan. De meeste Marokkaanse of Turkse gezinnen bleken trouwens geen affiniteit met dit onderwerp te hebben. Na een paar moeizame pogingen de oorlog te bespreken, was ik ontnuchterd. Deze ouders hadden genoeg andere problemen aan hun hoofd en daar hadden we het voortaan over. Hun wereld was klein en geïsoleerd, hun eigen buurtje en het land waar ze vandaan kwamen was hun biotoop.’ (Hier)
Lees verder