Zaterdag 15 mei. De weg tussen Gazastad en het zuiden is nog steeds afgesloten. Ramadan woont in een van de middenkampen, Bureije kamp. Dus moet hij over het strand naar huis, onder de tanks door. Jan en ik zijn met hem gaan kijken, hoe hij en dr. Wa’el met de massa mensen mee door het zand loopt. Vandaag is het lastig, want de zee is hoog, en er is geen strook hard nat zand waar een auto op kan rijden. De ezelskarretjes redden het, en de tractoren kunnen het. Daarmee wordt het voedsel van het zuiden naar de stad gebracht, en soms zitten er hele families op de ezelskarren, ouderen, moeders met babies. Ambulances komen er niet door. En iedereen loopt zo snel mogelijk, voor het geval een van de tanks boven de duinen opeens gaat schieten. Gisteren was er een gewone personenauto die het toch probeerde. Die kwam vast te zitten in het zand. Ramadan zag hoe een tank op de auto begon te schieten. Een moeder en vier kinderen gewond. Omstanders lukte het om ze uit de auto te trekken en weg te dragen. Ze leven nog. Geen krantenbericht.
Tag archieven: Gazareis
Vrijdag in Gaza
Vrijdag 14 mei
Jan is erdoor, na veel gedoe. Khaled is in Gaza aangekomen, hij heeft drie dagen gedaan over dertig kilometer van de grens naar de stad. We kunnen aan het werk.
Woensdag in Gaza, verder
Woensdag, verder
Zitten en wachten. Naar de tv kijken, bellen. Er is niet veel wat je kunt doen. Een forse dreun, dichterbij nu. Even later het bericht, dat was geen Israelische maar een Palestijnse bom, afgegaan dicht bij een nederzetting.
Beelden op de tv: gemaskerde mannen die een lap plastic tonen met daarop een slordige hoop vlees: wat er over is van de soldaten die zijn gedood. Een onsmakelijk gezicht. Door de explosieven die in de tank aanwezig waren was de ontploffing zo groot dat er lichaamsdelen op de daken terecht zijn gekomen.
Vluggertje Israël
In een vliegtuig vol met ‘Christenen voor Israël’ gingen Jan Andreae, vriend en medewerker van Stichting Kifaia en ik woensdag naar Tel Aviv, na een uurtje hangen bij de security om uit te leggen wat we daar gingen doen. ’s Avonds zaten we in ons geliefde Jerusalem Hotel in het Palestijnse deel van de stad, met wijn en shisha, waterpijp. Voor mij is het altijd een beetje thuiskomen. Afpraak met Rula Halawani, oude vriendin, op het binnenplaatsje van het hotel, een bekende ontmoetingsplaats voor buitenlandse Palestinagangers en linkse en radicale Israeli’s die zich niets aantrekken van de opgelegde segregatie. Ik kom er altijd bekenden tegen. Altijd feest. Oorlog of geen oorlog, er is muziek, er wordt gedanst, zaterdags speelt er een joodse jazzpianiste.
Onze jongens in Irak (2)
Na in de volkskrant de kop te hebben gelezen dat alle buitenlanders weg moeten uit Irak, en na twee dagen geen berocht van ‘onze jongens’ was ik toch wel opgelucht toen ik de verslagen weer op de website zag. Ik weet hoe het is: als ik in Gaza ben zijn de thuisblijvers berzorgder dan ik. Ik denk gewoon: niet gaan staan waar de bommen vallen. Maar op de tv zie je alleen waar het heel erg is.
Affijn, ze zijn er nog gelukkig, hier een foto met Tiny en Serdar.
Ik ga zelf een rare klus doen. Met mijn collega Jan vlieg ik vandaag naar Tel Aviv, dan naar Jeruzalem waar we een vriendin treffen, morgen reizen we naar grenspost Erez van Gaza, waar we een afspraak hebben met de hoogste legerleiding, of we als Stichting Kifaia erkend worden zodat we in Gaza ons werk weer kunnen doen, en dan vliegen we weer terug. Morgenavond ben ik er weer, Insha’Allah.